zaterdag 16 maart 2013

'Deskundigen' 134



Wounded Knee.


A great general has said that the only good Indian is a dead one, and that high sanction of his destruction has been an enormous factor in promoting Indian massacres. In a sense, I agree with the sentiment, but only in this: that all the Indian there is in the race should be dead. Kill the Indian in him, and save the man.
Kapitein Richard C. Pratt. Nineteenth Annual Conference of Charities and Correction.  1892

Dat zegt iets over de vrede, dat zegt iets over het vergeten, wat misschien ook maar goed is, en het is toch goed om dit niet helemaal te vergeten.
Geert Mak over de Tweede Wereldoorlog. Leeuwarden Toen. 15 april 2011

Waar blijft, in deze chaos van telkens botsende en elkaar tegensprekende verhalen, de rol van de historicus? Zijn werk is – en ik volg nu de definitie van de Amerikaans/Hongaarse historicus John Lukacs – in de eerste plaats ‘het streven naar waarheid door het uitbannen van onwaarheid.’ Geschiedschrijving kan, zo betoogt hij, nooit ‘objectief’ zijn zoals de exacte wetenschappen – en dat betekent dat geschiedenis geen gespecialiseerde methoden kent en geen eigen specifieke taal. Woorden zijn voor de historicus dan ook meer dan de verpakking van feiten: het gaat minstens zozeer om de formulering, om de associaties die ze opwekken, ja, om het verhaal… Doen we dat genoeg? Nemen wij, chroniqueurs van het heden en verleden, onze taak, het ‘uitbannen van onwaarheid’, serieus genoeg.  Zeker in deze tijd? Ik vraag het me af.   Op dit moment vindt op Europees en mondiaal niveau een misvorming van de werkelijkheid plaats die grote consequenties heeft.
Geert Mak. De woede van mijn oom Petrus. 2 november 2012

Who controls the past controls the future; Who controls the present controls the past.
George Orwell. Nineteen Eighty-Four. 1949

Geert Mak’s Reizen zonder John is genommineerd voor de ‘10de VPRO Bob de Uylprijs, de in 2004 geïnitieerde prijs voor het beste journalistieke reisboek van het afgelopen jaar. Dat heeft de VPRO bekendgemaakt.’
Donderdag 14 maart 2013


De Amerikaanse  soft power is… nog altijd sterk aanwezig… Soft power is, in de kern, de overtuigingskracht van een staat, de kracht om het debat naar zich toe te trekken, om de agenda van de wereldpolitiek te bepalen.

Het land fungeerde… decennialang als ordebewaker en politieagent – om maar te zwijgen van alle hulp die het uitdeelde. En nog steeds zijn de Verenigde Staten het anker van het hele Atlantische deel van de wereld in de ruimste zin van het woord. Het is nog altijd de ‘standaardmacht’, een rol die Rusland, Europa en ook China niet snel zullen overnemen.
Geert Mak. Reizen zonder John. Op zoek naar Amerika. 2012

Het is deze combinatie van valse bescheidenheid en beschamende onwetendheid die bestseller-auteurs in Nederland zo populair maken dat hun werk herhaaldelijk genomineerd wordt. Het feit dat Mak toegeeft dat hij zijn taak, het uitbannen van onwaarheid’ niet ‘serieus genoeg’ neemt is in het poldermodel eerder een voordeel dan een nadeel. Don’t rock the boat. 

Maar nu naar de werkelijkheid zoals Mak en mijn andere gecorrumpeerde Nederlandse generatiegenoten die niet willen kennen, maar die wel beschreven wordt door onder andere Amerikaanse intellectuelen. Allereerst Days of Destruction. Days of Revolt van de Amerikaanse journalist Chris Hedges en de Maltees-Amerikaanse tekenaar Joe Sacco, een boek dat in 2012 verscheen en laat zien hoe het optreden van de ‘Native Americans’ model staat voor het gewelddadig optreden zodra de Amerikaase elite haar belangen wil uitbreiden.

The language of paternalism, used by slave owners to justify the bondage of African Americans, was also employed to justify turning Native Americans into imprisoned and impoverished wards of the state. The Dawes Act banned the practice of Native American culture, language, traditions, and religion. White Christian missionaries descended on the reservations and erected churches. Children were forcibly taken from their families and sent to Christian boarding schools/ Many were not allowed to return home for the summer, but were sent to live with white families.

‘The Indians must conform to the shite man’s ways…’ Thomas J. Morgan, the Commisioner of Indian Affairs, said in 1889. ‘The tribal relations should be broken up, socialism destroyed, and the family and autonomy of the individual substituted.’ 

A visit to the Smithsonian National Museum of the American Indian, located on the Mall in Washington, D.C., makes our nation’s willfull forgetting painfunlly evident. I walked through the museum and thought its closest parallel in fiction was George Orwell’s memory hole in the novel 1984, housed in a cubicle at the Ministry of Truth. In that ministry, newspapers, government documents, and reports that chronicled or detailed unpleasant or inconvenient truths were stuffed in a chute and incinerated. ‘Who controls the past controls the future,’ says party leader O’Brien in the novel. ‘Who controls the present controls the past.’

The museum makes no mention of the genocide, starvation, burning of Indian villages, rape, or forced death marches such as the 1838 Trail of Tears… Vague euphemisms gloss over the suffering of Native Americans on government reservations and in Indian boarding schools. A video on the third floor equates Indian ‘suffering,’ which is never specified, with a storm or natural disaster:

‘The storm is powerful and unceasing. It creates and destroys. It offers life and death, hope and despair. It is never simply one thing. The storm is an opportunity. The storm teaches. We have learned much.'


Zo luidt de eufemistische taal van de mainstream, de taal van het compromis dat meer verhult dan onthult, een taal die altijd weet te ontsnappen, die als zand door de vingers loopt, een taal waar men nooit een greep op krijgt, een taal die fluistert en niet hardop spreekt.  ‘California fluisteren we, California.’ Het is de taal van Geert Mak wanneer hij bijvoorbeeld stelt dat het ‘etensbakje’ van zijn vader waarin de ‘Jappen’ iedere dag een kwak eten plempten, na ’45 als plantenbak werd gebruikt en dat dit feit ‘iets [zegt] over de vrede, dat zegt iets over het vergeten, wat misschien ook maar goed is, en het is toch goed om dit niet helemaal te vergeten,’ tenminste, zolang het over het eigen lijden handelt. Deze houding illustreert de angst van de mainstream om kleur te bekennen, de weigering zich de terreur te herinneren, al helemaal niet onze eigen terreur. En hoewel de mainstream schijnbaar geen partij kiest, kiest men natuurlijk wel degelijk partij zodra dit uitkomt en laat iemand als Mak zich door de Franse staat verheffen tot Chevalier de la Légion d’Honneur. Chris Hedges, die kenmerkend genoeg nooit is beloond met een of ander ridderschap van een terreur plegende staat, schreef het volgende over de verzwegen werkelijkheid achter de officieel gepropageerde versie:

The museum skims over some four hundred treaties Washington signed and then violated as it appropriated three billion acres of Indian land. And there is no mention of the series of brutal government massacres of unarmed women, children, and the elderly, including the December 1890 slaughter at Wounded Knee, near Wounded Knee Creek, Sout Dakota. The museum fails to explain that by 1889 the buffalo population of North America had been reduced to one thousans from more than fifty million in 1830, wiping out the primary food source for the western Indian tribes and reducing them to beggars. And it ignores the heroic resistance of Indian leaders such as Sitting Bull, Geronimo, and Crazy Horse.

The museum has the audacity to display, in large black letters on a glass case of copies of old treaties, an 1829 quote from President Andrew Jackson, one of the country’s most fervent proponents of the extermination of Indians:

‘Your Father [the term denoting the U.S. president] has provided a country large enough for all of you, and he advises you to remove to it. There your white brothers will not trouble you; they will have no claim as the grass grows or the water runs, in peace and plenty. It will be yours forever.’

Het is niet overdreven te stellen dat ‘kill the Indian… and save the man’ nog steeds de drijfveer achter het Amerikaans gewelddadig expanisonisme is, nu onder de naam globalisering. Het was deze ideologie die de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Madeleine Albright (zelf moeder en grootmoeder die zichzelf als joods ziet) ertoe bracht om op 12 mei 1996 publiekelijk te verklaren dat de dood van een half miljoen Irakese kinderen onder de vijf jaar ‘de prijs waard' was om de Amerikaanse druk op het Saddam-regime te kunnen verhogen. Het is deze politiek die ertoe heeft geleid dat 49 procent van de bevolking van  de Pine Ridge Indian Reservation

live below the poverty level, a figure that rises to sixty-one percent for all those under the age of eighteen. The infant mortality rate is five times the national average. The teen suicide average is 159 percent of the national average. At any given moment more than sixty percent of the dwellings, including sod huts that can hold as many as a dozen people, lack electricity or running water,

cijfers die men wel in Chris Hedges werk aantreft, maar niet in dat van de mainstream. De westerse journalisten/schrijvers van de mainstream kunnen niet verder kijken dan de positie van de middenklasse waaruit ze zelf voortkomen. Dat wil zeggen: ze beginnen langzaam te beseffen dat nu ook de positie van de middenklasse verslechtert, maar welke factoren dit veroorzaakt weten ze niet en willen ze ook niet weten. Voor hen is al voldoende dat ze er een woord voor hebben: economische crisis. Een begrip dat de oorzaken van het onrecht verhult, het verklaart hem niet en is in feite even misleidend en onzinnig als de bewering dat de kredietcrisis ontstond doordat het geld was verdampt, alsof een tovenaar een konijn in het zijn hoge hoed had laten verdwijnen. Alleen een dwaas gelooft dat die goocheltruc echt is. Een dwaas en natuurlijk niet te vergeten alle westerse mainstream-opiniemakers die deze nonsens blijven verspreiden, en wel omdat in de postmoderne virtuele wereld ‘de waarheid’ niet meer belangrijk is. De VPRO-journalist Crhis Kijne verwoordde dit nog eens duidelijk toen hij na het uitbreken van de kredietcrisis in 2008 liet weten eraan te twijfelen of het nog wel zin heeft dat de zogeheten ‘vrije pers’  haar publiek eerlijk informeert, want:

Voor ons journalisten was het natuurlijk niet nieuw dat Wouter Bos ons niet altijd de waarheid vertelde. Wel is het nieuw dat ik op dit moment even niet meer weet of ik wel even hard als vroeger mijn best moet doen om hem die waarheid te laten vertellen. Of er inderdaad niet even een hoger belang is dan 'de waarheid, niets dan de waarheid.’


Welk 'hoger belang' heeft Kijne laten meespelen toen hij, voorafgaand aan de Amerikaanse presidentsverkiezing in 2012, de regisseur was van het televisieprogramma waarin ‘Amerikadeskundige’ Geert Mak zijn licht liet schijnen op het imperium waarover hij net een boek had geschreven dat was gepubliceerd bij de uitgeverij waarvan de levenspartner van Chris de directeur is? 

En waarom ook niet? De werkelijkheid doet er toch niet meer toe. De Nederlandse massamedia analyseert de situatie in de financiele wereld niet echt omdat men collectief van mening is dat er een hoger belang is dan de waarheid, niets dan de waarheid.’  En om te bewijzen dat de waarheid niet meer bestaat beweerde dezelfde Kijne vier jaar later precies het tegenovergestelde, namelijk dat de finaniele luchthandel door de journalistiek scherp in de gaten moet worden gehouden, aangezien

het de enige manier [is] om met de materie om te gaan: nauwgezet, langdurig en onbevooroordeeld onderzoek doen naar een wereld die zo groot en belangrijk is geworden  dat hij inmiddels bijvoorbeeld de economie van de hele Eurozone in zijn greep heeft.

Vooral ook nu tot Kijne was doorgedrongen dat de luchthandel ook zijn eigen positie in gevaar kon brengen als gevolg van alle noodzakelijk geachte bezuinigingen bij de omroepen. Iemand moet immers de rekening van de handel in niet bestaand geld betalen. En dus was het tijd om de beschuldigende vinger naar iemand uit te steken, natuurlijk niet naar zichzelf en de hele Nederlandse journalistiek die van niets had geweten, maar naar de politiek:

‘Aan dat verschijnsel, in de woorden van Bos de ‘fundamentele oorzaken van deze crisis’, is dus volgens de voormalig PvdA-leider nog steeds  niets, of in ieder geval veel te weinig, gedaan.

Heb ik toch weer een meninkje:  Als hem en al zijn collega-politici  iets valt aan te rekenen, is het dat.’

Geen van mijn collega’s heeft de moed deze in het oog lopende tegenstrijdigheden te bekritiseren, want nogmaals, de werkelijkheid doet er niet meer toe voor onze goed betaalde opiniemakers. Daarom maar weer de ongemanipuleerde werkelijkheid van alledag, die in The Fall of the US Empire beschreven wordt aan de hand van Golbal Fault-Lines and the Shifting Inperial Order, een studie die door de vooraanstaande Donald Sassoon, professor of Comparative European History van de University of London als volgt wordt geprezen:

This is a major addition to the literature on the decline of US hegemony. It avoids cheap polemics, shows balanced, even prudent, judgement and offers a sophisticated survey of grand theories of capitalism including those of Braudel, Wallerstein, Arrighi and Brenner.

Kortom, een werk dus dat niet geschreven is door journalisten die uit de losse pols met grote stelligheid in een interview beweren dat

Amerika er over een halve eeuw beter voor[staat] dan Europa… Als je invloed en macht wilt hebben, moet je groots zijn. Dat is iets wat we in Europa van ze kunnen leren.

De auteurs van The Fall of the US Empire, beide hoogleraren, schrijven aan het slot van deze in 2012 verschenen studie:

What we have called ‘the internalization of the US Treasury’ proved to be a way of making easy money in global currency markets and paper asset speculation, rather than laying the ground for solid growth in the former socialist economies and the United States proper…

the US-centred global system has encountered repeated and more severe crises, making the system ever more dependent on short-term speculation and financial manipulation (extreme financialization), which in turn led to an increased dependence on debt, especially consumer debt, and speculative bubbles… to generate the level of quick profits necessary for the system to continue.

Mainstream international relations, whether of realist, constructivist or liberal stock, has spectacularly failed to address these issues. But… critical scholars did not…  a crucial expression of the systemic crisis of capitalism is the observable reality of an increasingly predator state, whose main disciplinarian functions – policing, surveillance, violence – become all the more visible in suppressing the working masses. The most striking example of the ruthlessness of the new police-cum-predator state in Europe is observed today in the countries of the periphery (Greece, Italy, Portugal, Spain), which face enormous debt problems that undermine the very existence of the euro as a monetary project with the ambition to become a global reserve currency. If,  for example, Greece defaults on its debt obligations, the entire euro structure will come under question.

Toch blijft de door de Duitse en Franse staat zo geprezen pleitbezorger van het Europa van de banken en multinationals, bestseller auteur Geert Mak voor dit project propaganda maken en schreef hij razendsnel het pamflet De hond van Tišma dat in 2011 als volgt werd aangekondigd:

Terwijl Geert Mak volop werkte aan zijn nieuwe boek over Amerika, Reizen zonder John, dat hopelijk in mei 2012 zal verschijnen, was er één ding dat hem nog meer bezighield: de snel escalerende eurocrisis. Eind november hield hij in Berlijn de Willy Brandtlezing, die helemaal aan dit thema was gewijd. 'Een ramp van een lezing,' zegt hij zelf. 'Ik heb hem wel vier keer opnieuw geschreven, de situatie veranderde voortdurend.' Wat hij hoorde en dacht tijdens de laatste weken van deze crisis, in Berlijn en Amsterdam, legde hij vast in een klein boekje. Het is zijn persoonlijke beeld van de crisis, en de historische achtergronden. Het is een momentopname - maar wellicht ook iets meer.  

Vier keer herschreven en ‘een momentopname – maar wellicht ook iets meer.’ Volgens Mak vonden de Europeanen na 1945 ‘de moed om boven zichzelf en hun nationale kleinheid uit te stijgen. En met wonderbaarlijk veel succes.’ Tegelijkertijd diskwalificeert Mak in een email aan mij de kritische Duitse auteur Hans Magnus Enzensberger  als een ‘grumpy old,’ man die ‘alles heeft opgegeven.’ Maar toch zit de Enzensberger in zijn essay Brussels, the Gentle Monster or the Disenfranchisement of Europe veel dichter bij de waarheid wanneer hij tenslotte concludeert dat er

tot nu toe weinig is geweest om aan te nemen dat de Europeanen geneigd zijn zichzelf te verdedigen tegen de onteigening van hun politieke rechten. Er bestaat geen gebrek aan uitingen van ressentiment, van stille of publieke sabotage, maar in het algemeen heeft het fameuze democratische deficiet niet geleid tot revolte, eerder tot apathie en cynisme, tot minachting van de politieke kaste of tot collectieve moedeloosheid.


Duidelijk is dat ook het westers imperium onder aanvoering van de Verenigde Staten steeds verder afbrokkelt en daarmee ook de invloed van Europa. Enzensberger:

Alle imperia in de geschiedenis bloeiden niet langer dan een beperkte tijd, voordat ze door expansie en interne tegenstellingen ten onder gingen.

De Amerikaanse Droom laat nu ook de meerderheid van de Amerikanen zijn nachtmerriekant zien. December 2011 berichtte het persbureau Associated Press dat uit onderzoek blijkt dat bijna de helft van alle Amerikanen arm is of met een laag inkomen moet rondkomen, en dat bovendien uit steekproeven is gebleken dat 1 op de 4 Amerikanen die recht heeft op voedselbonnen, die hulp niet krijgt. Ondertussen ziet de toekomst er voor hen ‘troosteloos’ uit, aldus AP. Vooral kinderen worden getroffen en vormen 57 procent van de armen, gevolgd door bejaarden. Opmerkelijk is dat nu ook de middenklasse zwaar wordt getroffen. ‘Mensen die nooit gedacht hebben dat ze voedselhulp nodig hebben zijn er nu afhankelijk van,’ aldus burgemeester Sly James van Kansas City. 1 op de 5 Amerikaanse kinderen is ondervoed. Volgens recent overheidsonderzoek is de inkomens ongelijkheid in de Verenigde Staten groter dan in derde wereldlanden als Ivoorkust, Pakistan en Ethiopië. De ongelijkheid is vandaag de dag groter dan ooit sinds de depressie van de jaren dertig en zelfs groter dan in het Romeinse rijk toen 1,5 procent van de rijke elite 15 tot 25 procent van alle inkomen binnensleepte, terwijl in de VS 1 procent van de rijkste Amerikanen 23,5 procent van alle inkomens inpikt. Er bestaat tevens een groot verschil in levensverwachting, waarbij volgens officiele cijfers in 2010 er een kloof van zes jaar bestaat tussen de gemiddelde levensverwachting in het arme diepe zuiden en in het welvarende noordoostelijke New England. Bovendien wordt het probleem steeds omvangrijker. Volgens het Budget Office van het Amerikaanse Congres steeg tussen 1979 en 2007 het inkomen van de top 1 procent met maar liefst 275 procent, de inflatie meegerekend. Terwijl op medische zorg, sociale voorzieningen, en werkloosheidsuitkeringen sterk werd bezuinigd, werden de rijken beloond met een scherpe belastingvermindering, zodat de belastingheffing nu naar het laagste niveau is gedaald sinds 1950. De Huffington Post berichtte dat het totale netto bezit van de onderste 60 procent van de Amerikanen minder is dan de Forbes 400 rijkste Amerikanen, en dat de zes Wal-Mart erfgenamen meer bezitten dan de onderste 30 procent tezamen, zijnde 45 miljoen Amerikanen. Nog meer werkelijkheid:

De banken op Cyprus zijn door de Griekse schuldencrisis in grote problemen gekomen. Cyprus heeft zo'n 17 miljard euro nodig en kijkt daarvoor zowel naar Europa en het IMF als naar Rusland. De EU en het IMF lijken bereid om met 10 miljard euro over de brug te komen.
Het economisch belang van Cyprus in de eurozone is minimaal, zei Rutte, maar de financiële sector is wel sterk verweven met de eurozone en met Griekenland. Om die reden kan Europa Cyprus volgens de premier niet laten vallen, en het zou gevaarlijk zijn om dat wel te doen. De tegenzin van de operatie zit ook in het feit dat er mogelijk zwart Russisch geld op Cypriotische banken staat die gered moeten worden, zei Rutte verder,
aldus berichtte de NOS op  vrijdagmiddag 15 maart 2013. 


Vassilis K. Fouskas en Bülent Gökay maken in The Fall of the US Empire duidelijk dat de werkelijke problemen binnen het kapitalisme inmiddels dermate structureel zijn dat ze niet meer zullen verdwijnen:

The world economy witnessed a number of crisis in the period from the 1970s onwards, most of them being signal crises, in the sense that they were signaling something much more significant and deeper than their immediate reasons and consequences (high inflation, fiscal crisis of the state, stagnation, endemic unemployment and so on). With the recent bursting of the housing bubble, what we are observing now is the terminal crisis of the US financial centrality and industrial hegemony. We say this without suggesting and insinuating that the United States might not bounce back, albeit temporarily, via the initiation of wars and/or a descend to chaos, as Arrighi has outlined in his later writings as a possible future scenario. But however it takes shape, this imperial transition will be arduous, painful and protracted.

Our work has analyzed in depth the current financial crisis and how it has trickled down to the real economy, becoming a global systemic crisis. This crisis has shown how fragile are the foundations of the US system of power, a fragility that mainstream international relations theory has spectacularly failed (and fails) to see and address: without any major confrontation by an organized labour movement, the system collapsed like a pack of cards.  



Oktober 2008, na het uitbreken van de kredietcrisis, verklaarde de huidige adjunct-hoofdredacteur van NRC/Handelsblad, Egbert Kalse, het volgende:

Jij vraagt je natuurlijk af waarom jouw bank in Nederland in hemelsnaam in Amerikaanse hypotheken gaat beleggen? Dat komt omdat ze dachten daar meer geld mee te kunnen verdienen dan met andere beleggingen. Iedereen (dan bedoel ik voor de verandering maar weer eens echt iedereen) dacht dat de huizenprijzen in Amerika altijd zouden blijven stijgen. Dom natuurlijk, maar zo was het wel. En omdat iedereen dat dacht, dacht ook iedereen dat het wel veilig was daarin te beleggen. Niet dus.

De toen nog economisch redacteur Kalse vertelde er begrijpelijkerwijze niet bij dat alleen de mainstream niet doorhad wat er werkelijk gebeurde. want om slechts een voorbeeld te geven:

On Sept. 7, 2006, Nouriel Roubini, an economics professor at New York University, stood before an audience of economists at the International Monetary Fund and announced that a crisis was brewing. In the coming months and years, he warned, the United States was likely to face a once-in-a-lifetime housing bust, an oil shock, sharply declining consumer confidence and, ultimately, a deep recession. He laid out a bleak sequence of events: homeowners defaulting on mortgages, trillions of dollars of mortgage-backed securities unraveling worldwide and the global financial system shuddering to a halt. These developments, he went on, could cripple or destroy hedge funds, investment banks and other major financial institutions like Fannie Mae and Freddie Mac. The audience seemed skeptical, even dismissive. As Roubini stepped down from the lectern after his talk, the moderator of the event quipped, ‘I think perhaps we will need a stiff drink after that.’ People laughed — and not without reason. At the time, unemployment and inflation remained low, and the economy, while weak, was still growing, despite rising oil prices and a softening housing market. And then there was the espouser of doom himself: Roubini was known to be a perpetual pessimist, what economists call a ‘permabear.’ When the economist Anirvan Banerji delivered his response to Roubini’s talk, he noted that Roubini’s predictions did not make use of mathematical models and dismissed his hunches as those of a career naysayer.'

Morgen een slotwoord van deze serie over ‘deskundigen’.


  

Geen opmerkingen:

Peter Flik en Chuck Berry-Promised Land

mijn unieke collega Peter Flik, die de vrijzinnig protestantse radio omroep de VPRO maakte is niet meer. ik koester duizenden herinneringen ...