zaterdag 20 april 2013

The Hipsters 3
















Hipsters? Links de Sauertjes. Rechts de Makjes. Beide echtparen zijn in de jaren zeventig geëmancipeerd geraakt.



Erin Keane, de Amerikaanse ‘Arts and Humanities Reporter, Purveyor of Cultures (Fine and Pop)’ schreef deze week naar aanleiding van het beeld dat van vrouwen wordt gecreeërd in de reclamecampagne van het zeepmerk Dove van de multinational Unilever:

All of that body image baggage is internalized by growing up in a society that enforces rigid beauty standards, and since the target demographic for this ad is clearly women over 35 with access to library cards (which is to say, women who have had some time to figure this reality out), it is baffling that Dove can continue to garner raves for its pandering, soft-focus fake empowerment ads.

The only interesting thing Dove has done since it began this campaign to sell soap in 2004 is overtly shift the emphasis from sexual attraction to peer approval. The real take-away is still that women should care whether a stranger thinks she is beautiful. That’s not radical — it’s the thesis of every beauty product ad campaign ever…

It’s never OK for a woman to admit that she knows she’s kind of average-looking and she’s OK with that. In the radical world of Dove, nothing matters more than being perceived as beautiful — not being a kind and generous friend, not being a smart and talented professional, not even being decent to kids.

De sleutelwoorden van Keane zijn: ‘fake empowerment, peer approval, being perceived as beautiful,’ en ze zijn tekenend voor de onvrijheid van westerse vrouwen die elke dag weer onderworpen zijn aan de dressuur van het commercieel cliché. Die dwang is zo groot is dat inderdaad zelfs talent en fatsoen niet meer meetellen. De vrouw in onze consumptie cultuur kan niet anders dan zichzelf zien door de ogen van de ander, zij weet dat ze permanent beoordeeld en vooral ook veroordeeld wordt, hoe mooi ze ook mag zijn. Dit feit staat in schril contrast met het beeld dat Geert Mak oproept wanneer hij in zijn vuistdikke In Europa een Russische vrouw laat zeggen dat ‘Cosmopolitan de Russinnen nieuwe rolmodellen [toont]: ongebonden vrouwen… overwinnaars van de mannen,’ terwijl hij de SP-multimiljonair die de Russische Cosmopolitan op de markt bracht, laat verklaren dat ‘dit tijdschrift de mensen [leerde] om hun individualiteit weer uit te dragen.’ Deze lachwekkende propaganda voor de neoliberale ideologie wordt vandaag de dag verspreid door voormalige ‘linkse’ opiniemakers, die in de jaren zeventig de mond vol hadden van inspraak, democratisering, bewustwording, spreiding van kennis, macht en inkomen, medezeggenschap, emancipatie, etc. Volledig in de ban van hun eigen succes, tonen ze nu geen enkele terughoudendheid. Zo schreef in 2004 Geert Mak over die andere kleine grote man:

Derk Sauer kwam tien jaar geleden naar Moskou. Er was niets. Nu staat hij aan het hoofd van Ruslands grootste vrije mediaconcern, met vijfhonderdvijftig werknemers, twee dagbladen – The Moskow Times (Mak bedoelt de Moscow Times) en de Russische Financial Times – en zestien tijdschriften, waaronder Cosmo en de Russische Playboy. Hij is vrolijk, geestdriftig en optimistisch: Rusland is gewoon te groot om failliet te gaan.

'Vrije mediaconcern'? Vrij voor wie? Toch niet de werknemers, want die vliegen eruit bij Sauer als  hun werk niet genoeg opbrengt op de 'vrije markt.' Hoe dan ook, ziedaar, een successtory zoals er maar weinig zijn in de geschiedenis van de mensheid, zelfs Napoleon slaagde er niet in met zoveel succes Rusland in te nemen. Mak: ‘Het eclatante succes van het glimmende damesblad Cosmopolitan in Rusland is een fenomeen op zich.’ En bij McDonald’s aan het Poesjkinplein weet een Russin aan Mak te vertellen dat ‘de mensen enorme behoefte hebben aan nieuwe symbolen en iconen, aan nieuwe omgangsvormen.’ Wie Mak ook spreekt, ‘iedereen heeft een mening over’ Cosmopolitan, het glimmende blad van de immer optimistische Derk, die in tien jaar tijd 150 miljoen bijeen scharrelde in een ineen gestort land waar de mafia de lakens uitdeelde, terwijl de gemiddelde leeftijd van de Russische man daalde naar 58 jaar, daklozen op straat doodvroren, 40 procent van de bevolking onder de armoedegrens leefde, het gemiddeld inkomen per hoofd van de bevolking lager was dan dat van 1978 toen men nog onder de communisten leefde en de kindersterfte drie keer zo hoog was als in Nederland. Over die mafiose jaren schreef in 2005 oud NRC-correspondente in Moskou, Laura Starink, na een bezoek aan Rusland:

De meeste intellectuelen die ik spreek steunen Chodorkovski. Als ik vraagtekens plaats bij zijn illegale handel en wandel, zegt iemand: 'Luister, iedereen die de laatste 15 jaar in Rusland heeft gewoond en gewerkt, heeft de wet overtreden en kan op elk moment gearresteerd worden.' Een vriendin formuleert het zo: 'Wij hebben allemaal boter op ons hoofd…’

Dat wil zeggen: ‘iedereen en allemaal,’ behalve Derk Sauer, die nooit ook maar een half grammetje boter op zijn hoofd heeft gehad, zo beweert hij zelf bij hoog en bij laag. Hoe dat mogelijk is weet niemand, behalve Sauer zelf die door Mak wordt geportretteerd als iemand die van aanpakken weet en dag in dag uit ‘optimistisch’ is, een door Mak hogelijk gewaardeerde lifestyle.’ Net zoals Mak het ‘optimisme van de Amerikanen,’ bejubelt dat volgens hem kenmerkend is voor het ganse volk, zo prijst Sauer het ‘optimisme’ van het hele Russische volk:

Vorige zomer maakte ik mee dat de roebel onderuitging en dat alle banken sloten. Iedereen raakte zijn spaargeld kwijt, mensen die jarenlang gedroomd hadden van een datsja of een buitenlandse vakantie, alles weg, nooit meer terug… Hier, op dit kantoor, had iedereen natuurlijk ook grote problemen, maar toch bleven de meesten zeldzaam laconiek… Russen hebben, na alle ellende, een opvallend talent om tegenslagen te accepteren en eroverheen te stappen.

Alle Russen? Kan ook de 40 procent van de bevolking die onder de armoedegrens leeft zich een een datsja’ veroorloven ‘of een buitenlandse vakantie’? Nee, zeker niet, Sauer en Mak hebben het over het kleine kringetje ‘yuppies’ waarin ze rondcirkelen en die als ‘chosen few' één karaktertrek gemeen hebben: ze doen alles voor geld.  En op die manier zijn we weer bij ons onderwerp aanbeland, te weten Sauer’s en Mak’s group of hipsters,’ die de aloude kapitalistische dogma’s gedachteloos hebben geinternaliseerd, ondanks het feit dat ‘Iedereen zijn spaargeld kwijt[raakte].’ Iedereen, behalve dan, opnieuw, Derk Sauer die multimiljonair bleef. Spaart onze Derk niet? Waar had hij zijn geld dan geparkeerd? Ik hoop toch niet dat de SP-multimiljonair -- net als de Russische mafia -- zijn zuur verdiende centen in het inmiddels bankroete belastingparadijs Cyprus had verstopt. Mak stelde geen  enkele relevante vraag. Ze kwamen niet bij hem op, omdat de antwoorden niet passen in het simplistische succesverhaal van bijvoorbeeld de Russische vrouw die dankzij Derk Sauer het neoliberale glamourwereldje werd binnengeloodst. Ik laat hier buiten beschouwing de Russische man die via Sauer's Playboy eindelijk verrast werd met het weelderige vrouwenlichaam waarnaar de doorsnee Rus al die communistische jaren kennelijk zo intens naar gesmacht had. Gaan we af op de beweringen van Mak en Sauer dan waait er inmiddels een frisse nieuwe wind, die volgens Sauer en Mak ‘een hele eigensoortige economie’ heeft geschapen. Een half legaal, half illegaal wereldje waarin de SP-er Sauer zich als een vis in het water voelt en waarin ‘een kennis’ van hem ‘een handige jongen, de douane om[koopt],' en 'zijn  machines zwart [verkoopt], aangezien ‘hij officieel niet [bestaat].’ De kennis van die ‘kennis’ van Derk is nooit weg in een land waar een goudeerlijke zakenman als Sauer tenslotte wel gedwongen wordt te sjacheren, wil hij tenminste een fatsoenlijke boterham verdienen. 



Het is dit soort virtueel bedrog waarmee enerzijds het boek In Europa van multimiljonair Mak vol staat, en anderzijds SP-multimiljonair Derk Sauer schatrijk heeft gemaakt. De moderne ‘lifestyle’ heeft deze voormalige linkse jongens niet alleen geleerd dat alles van waarde weerloos is, maar vooral ook dat Oscar Wilde gelijk had toen hij stelde dat een cynicus overal de prijs van weet (en moet weten om te kunnen overleven), maar van niets de waarde. En zolang geldwolven voor creatieve ‘hipsters’ kunnen doorgaan is er niets aan de hand. Het ironische is alleen dat zij in feite precies het tegenovergestelde zijn van de ‘hipsters,’ in de oorspronkelijke betekenis van het woord, te weten: de arme gemarginaliseerde die weigert zich te conformeren aan de hypocrisy van de petite bourgeoisie. Norman Mailer schreef daarover in 'a footnote to The White Negro':

The hipster is… easy going about the drag and value of a moneyless life of leisure… A hipster moves like a cat, slow walk, quick reflexes; he dresses with a flick of chic; if his dungarees are old, he turns the cuffs at a good angle… If a hipster has a fall, it is to death or jail. Psychosis is not for him. Like a psychopath, he is juggling the perils of getting your kicks in this world, against the hell (or prison) of paying for them in the next. The hipster looks for action, and a bar with charge is where he goes when marijuana has turnes him on…

Laat duidelijk zijn dat een ‘hipster’ nooit zijn geld ergens gunstig zal parkeren om de simpele reden dat hij geen geld heeft om verstoppen. Laat ook duidelijk zijn dat Sauer en Mak nooit ‘marihuana’ hebben gerookt of andere bewustzijnsveranderende middelen hebben gebruikt. Sauer drinkt zelfs geen alcohol, dat is ook een van de redenen van zijn succes. In een land waar iedereen zich klem zuipt is hij de enige die weet wat de drankorgels de avond ervoor meenden in vertrouwen te kunnen zeggen. En Mak heb ik nooit dronken gezien, hoewel wij elkaar regelmatig bij drankgelagen hebben gesproken. Kortom, er bestaat een groot verschil tussen de ‘hipster’ en het beeld dat het duo Sauer en Mak van hem maken als een ongebonden, gefortuneerde persoonlijkheid die in Rusland eindelijk zijn ware ‘individualiteit’ kon vinden aan de hand van westerse ‘rolmodellen.’ De Russische 'hypster' is volstrekt geen vrije persoonlijkheid nu hij de westerse doctrine heeft omarmd, net zo min als de consument in het Westen een voorbeeld is van een vrij mens. 

Ondanks het wezenlijke verschil tussen een hipster en een square zijn er wel degelijk overeenkomsten. In een reactie op Mailer’s essay wees de Amerikaanse auteur Ned Polsky op het volgende element van de ‘hipster’:

The first thing to notice about these marginal men – white or black – is that they are not the utterly isolated, atomized individuals whom sociologists assume all marginal men to be. They come together and create a little world of their own which elaborates its own world-view, code of behaviour, institutions, argot, and so on. They create what to sociologists is a contradiction in terms: a subculture of marginal men.

Het individualisme van de 'hipster' is bij nadere beschouwing vooral toch uiterlijke schijn. Ze spelen een rol, die ze kennen van de ‘rolmodellen.’ Deze mensen zijn dan ook volgens Polsky

‘liberated’ op ‘the superficial ways that many ‘liberals’ are. 

Ook in Moskou is er sprake van een subcultuur van in dit geval nieuwe rijken, parvenus zonder enige stijl en smaak, die daarom een gemakkelijk prooi vormen voor de 'lifestyle' van de glossy magazines van het Sauer-concern met zijn succesformule van blote meiden en nouveau riche-vrouwen, behangen met van alles dat glimt. 

'Style,' zei de Amerikaanse auteur Gore Vidal 'is knowing who you are, what you want to say, and not giving a damn.' Maar dat beseft alleen iemand die een eigen stijl heeft en niet de massa probeert te behagen om een zo groot mogelijke oplage te bereiken van een glossy magazine als Sauer's Cosmopolitan of een glossy boek als Mak's In Europa.  Meer hierover volgende week.



Geen opmerkingen:

Peter Flik en Chuck Berry-Promised Land

mijn unieke collega Peter Flik, die de vrijzinnig protestantse radio omroep de VPRO maakte is niet meer. ik koester duizenden herinneringen ...