maandag 9 december 2013

De Mainstream Pers 95



Gordon. Vrij Nederland: 'Racisme! Stephan Sanders… over een dolgedraaid debat.' Welk 'debat'?

In Discourse on Colonialism (1955) schreef de zwarte Franse dichter Aimé Césaire over de blanke christelijke elite:

bourgeois swinishness is the rule. We’ve been on its trail for a century. We listen for it, we take it by surprise, we sniff it, we follow it, lose it, find it again, shadow it, and every day it is more nauseatingly exposed. Oh! The racism of these gentlemen does not bother me. I do not become indignant over it. I merely examine it. I note it, and that is all. I am almost grateful to it for expressing itself openly and appearing in broad daylight, as s sign. A sign that the intrepid class which once stormed the Bastilles is now hamstrung. A sign that it feels itself to be mortal. A sign that it feels itself to be a corpse.

Zo ervaart De Ander het, die door de blanke cultuur als onderklasse wordt gezien en als zodanig ook wordt behandeld. Net als de eigen blanke onderklasse in het Westen beseft de gekleurde intelligentsia uit de Derde Wereld door ervaring wijs geworden dat de blanke ‘bourgeois zwijnerij’ altijd de norm is. Of de repressie een schijn van rechtvaardiging gegeven wordt door de Christelijke- dan wel de Verlichtingsideologie maakt geen wezenlijk verschil uit voor de slachtoffers ervan. Weet de blanke ‘elite’ niet beter? Jawel, maar zoals Césaire een decennium na Auschwitz en Hiroshima  vaststelde:

One cannot say that the petty bourgeois has never read anything. On the contrary, he read everything, devoured everything. Only, his brain functions after the fashion of certain elementary types of digestive systems. It filters. And the filter lets through only what can nourish the thick skin of the bourgeois’s clear conscious.


Hoewel de ‘politiek-literaire elite’ met haar 'zuivere geweten' er zich niet of nauwelijks van bewust is, wordt De Gekleurde Ander voortdurend geconfronteerd met het onderhuids racisme van een aanzienlijk deel van de blanke mainstream journalisten en hun publiek. Aimé Césaire:

From the historians and novelists of civilization (it’s the same thing) – not from this one or that one, but from all of them, or almost all – their false objectivity, their chauvinism, their sly racism, their depraved passion for refusing to acknowledge any merit in the non-white races, especially the black-skinned races, their obsession with monopolizing all glory for their own race.

Om het concreet te maken: de overtuiging van Henk Hofland dat er sprake is van ‘het vredestichtende Westen’ en Geert Mak’s visie dat de VS ‘decennialang als ordewaker en politieagent’ op aarde  [fungeerde] – om maar te zwijgen van alle hulp die het uitdeelde,’ zijn niet gebaseerd op de werkelijkheid, maar op een racistische interpretatie van de geschiedenis, namelijk dat het Westen orde en gezag, democratie en mensenrechten verspreidt, en wel omdat de gekleurde volkeren dat zelfs niet kunnen. Ik heb hiervan op deze weblog talloze voorbeelden gegeven en dus laat ik het bij deze twee mainstream opiniemakers, de nestor van de Nederlandse journalistiek die door zijn collega’s in de polder tot de grootste Nederlandse journalist van de twintigste eeuw werd uitgeroepen, en de bestseller-auteur die als de nationale historicus wordt geprezen, maar desondanks geen geschiedkundige is. De blanke ‘elite,’ door coöptatie gevrijwaard van dissidente elementen, heeft zich nooit kunnen verplaatsen in de positie van Aimé Césaire, die al meer dan een halve eeuw geleden opmerkte

The Indians massacred, the Moslem world drained of itself, the Chinese world defiled and perverted for a good century; the Negro world disqualified; mighty voices stilled forever; homes scattered to the wind; all this wreckage, all this waste, humanity reduced to a monologue, and you think all that does not have its price? The truth is that this policy cannot but bring about the ruin of Europe itself, and that Europe, if it is not careful, will perish from the void it has created around itself. 

Het blanke racisme staat  haaks op het rationalisme van de Verlichting en de barmhartigheid van de christelijke boodschap. Alsof hij het geweten moet hebben dat het rationalisme een onhaalbaar ideaal was, begon René Descartes zijn Discours de la méthode pour bien conduite sa raison, et chercher la vérité dans les sciences (1637) met de ironische constatering:

Het gezond verstand is van alle dingen op de wereld het gelijkmatigst verdeeld. Want iedereen vindt dat hij er zo goed van voorzien is, dat zelfs degenen die in iedere andere kwestie het moeilijkst tevreden te stellen zijn er nooit meer van willen dan ze er al van hebben.

Ook na de Tweede Wereldoorlog bleek het gebrek aan logica en rationeel politiek beleid nog steeds niet te zijn verdwenen, toen in 1948 in Zuid-Afrika de Apartheid werd ingevoerd en in

1951 de gezantschappen in Pretoria en Den Haag [werden] opgewaardeerd tot ambassades. In 1953 werd er nog een cultureel verdrag met Zuid-Afrika gesloten en PvdA-premier Willem Drees maakte een reis naar het land…

Drees betoonde zich enthousiast over de ‘stamverwantschap’ en achtte stemrecht voor de ‘kaffers’ vooralsnog ongewenst. De Nederlandse regering hield zich consequent afzijdig als er in de Verenigde Naties resoluties tegen het apartheidsbewind werden ingediend. Het waren vooral Surinaamse en Antilliaanse politici die bezwaar begonnen te maken, zowel in de Koninkrijksministerraad als in de Nederlandse delegaties naar de Verenigde Naties waarvan ze deel uitmaakten.

Het bloedbad van Sharpeville in 1960, waarbij de blanke Zuid-Afrikaanse politie in koele bloede 69 vluchtende zwarte mensen doodschoot, onder wie vrouwen en kinderen. die tegen de Apartheid demonstreerden.

De Nederlandse volksaard, zo zullen we hem maar noemen, met zijn ‘hypocrisie en farizeïsme’ die ‘hier individu en gemeenschap [belagen]!,’ zoals Johan Huizinga in 1934 schreef in zijn essay Nederlands Geestesmerk, is doordrenkt van het nauwelijks verholen racisme, anders was deze handelsnatie nooit in staat geweest om op zo grote schaal in zwarte slaven te handelen en de koloniën in Azië en Zuid-Amerika uit te buiten. Dat racisme is diep verankerd, zo diep dat het de racist niet meer opvalt. Een illustrerend voorbeeld was toen in november 2013 de populaire zanger Gordon op de Nederlandse televisie enkele racistische, lollig bedoelde, opmerkingen maakte over een Chinese deelnemer aan een zangwedstrijd. Een Amerikaanse choreograaf, die net als Gordon, jurylid, was probeerde hem uit te leggen dat zijn reactie smakeloos was: You’re not supposed to say things like that! That is awful.’ De enige reactie van de Nederlandse zanger was:What?’ Naderhand weigerde hij zijn excuses aan te bieden omdat mainstream Gordon werkelijk niet besefte hoe racistisch hij was, overigens dit in tegenstelling tot de reacties vanuit het buitenland. De volgens Henk Hofland ‘elitaire’ NRC liet de lezers weten: ‘Gordons humor valt slecht over de grens: ‘racistisch en verre van grappig.’ Ook de kwaliteitskrant van de ‘politiek-literaire elite’ kwalificeerde ‘hufterigheid’ als ‘humor,’ en zo voltrekt in een 'democratisch' systeem de culturele gelijkschakeling. In verband hiermee is hetgeen de 'gekleurde' columnist Stephan Sanders schreef, in Vrij Nederland van 7 december 2013, illustrerend. Hij was van oordeel dat ‘Racisme een soortement van leer [is], waarbij een raciale of etnische groep superieur wordt geacht boven een andere.’  Uitgaande van deze omschrijving is de vraag wat dan de ‘leer’ is waarbij een ‘groep’ geschoolde individuen zichzelf ‘superieur’ acht ‘boven een andere.’ Die andere wordt gezien als een bende proleten, gedreven door ‘heb- en vraatzucht… hufterigheid, agressie, consumentisme en exhibitionisme.De vraag is daarom zo interessant omdat Sanders, als onderdeel van de ‘politiek-literaire elite,’  met het bekende dedain van zijn milieu schrijft dat ‘er niet te veel achter’ het, in zijn ogen, vermeende ‘racisme’ van Gordon moet worden gezocht,

want er is geen ‘achter’: we zien hier een etalage zonder magazijn. De eigenaar heeft niets op voorraad, maar kan alles bestellen wat u wilt. Dat is Gordon. Dat is Nederland, handelsland. U vraagt, wij draaien (mits voldoende klandizie).


Voor de ‘volkszanger’ in een ‘behaagzieke’ cultuur ‘is elke uitgesproken mening een sta-in-de-weg: dat kost maar klanten’ zo schrijft Sanders, overigens, zonder te beseffen dat zijn typering ook op hemzelf slaat zodra hij stelt: ‘Hoe ging dat vroeger ook al weer? O ja, dan zei je iets neerbuigende  zodat iedereen zijn plaats kende.’ Sanders portretteert het ‘racisme’ van Gordon, als een verschijnsel van de onderklasse. Vandaar ook dat de Vrij Nederland-columnist (foto links) het geen ‘racisme’ vindt, aangezien de onderklasse te stupide is om ‘er welomschreven ideeën op na te’ houden, zo suggereert hij. Hier is dus sprake van een onderklasse die De Ander, met een andere huidskleur en andere cultuur, belachelijk probeert te maken, een psychologisch mechanisme waar de 52-jarige Stephan Sanders zelf meer dan eens de dupe van zal zijn geweest. Met de nodige venijn schrijft hij vervolgens:

Jammer genoeg voor Gordon en voor veel ‘echte Nederlanders’ zijn de verhoudingen niet meer zo vanzelfsprekend, de Chinese, Indiase, en Surinaamse doctors geven een weerwoord in een Algemeen Beschaafd Nederlands waar Gordon alleen maar van kan dromen.

aldus de kwalificatie van de publicist uit de middenklasse die ‘filosofie en politieke wetenschappen in Amsterdam [studeerde]’ over een bekende ‘volkszanger’ uit de onderklasse. Als achtergrond voor een goed begrip is interessant te weten dat Sanders

In Kaapstad kleurlingen' ontmoette, 'die worstelen met hun identiteit in het nieuwe Zuid-Afrika en tot zijn verbazing Afrikaans als eerste taal spreken. Pas na zijn eerste bezoek aan Kaapstad kwam Sanders (die geadopteerd is door Nederlandse pleegouders) erachter dat zijn biologische vader een Zuid-Afrikaanse kleurling was. Sindsdien is hij er vele malen terug geweest. 
http://www.winternachten.nl/winternachten/deelnemerpaginadezeeditie.php?deelnemer_id=0202&editie=10064 

Hier probeert dus een ontwikkelde 'gekleurde' Nederlander uit de ‘politiek-literaire elite’ een blanke ‘volkszanger’ uit de Nederlandse onderklasse op zijn nummer te zetten, net zoals eerder een blanke ‘volkszanger’ probeerde een academisch geschoolde Chinees op zijn nummer te zetten. Zoals Gordon Stephan Sanders en de zijnen (met nadruk in Nederland 'allochtonen' genoemd) laat voelen dat ze er niet bijhoren, laat daarop Sanders de ‘volkszanger’ en zijn publiek voelen dat Gordon en zij er niet bijhoren. Beide partijen sluiten elkaar uit, in een poging in de ‘participatiesamenleving’ een plaats te bevechten. Een saillant feit daarbij is dat Gordons echte naam Cornelis Willem Heuckeroth is, die zijn jeugd door[bracht] in Floradorp, een wijk in Amsterdam-Noord. Vóór zijn muzikale doorbraak verkocht hij vrouwenondergoed op de markt,’ een detail dat Stephan Sanders met minachting verwerkt tot ‘Wij zien: een voormalige marktkoopman die in zijn Amsterdamse stal vroeger damesonderbroeken verkocht,’ en die eenmaal opgeklommen tot een ‘behaagzieke’ populaire ‘volkszanger’ ineens zijn plaats niet meer weet. Sanders benadrukt de klassenverschillen nog eens door erop te wijzen dat Gordon intellectueel voorbij gesjeesd wordt door de zogeheten allochtone Nederlanders:

Dat steekt, een achterblijver te worden in het land waarvan jij dacht dat jouw eerstgeboorterecht er geregeld was. Die lui vragen niet langer om ‘geduld’ te worden, door jou, machtige Eerste Zoon, ze sjezen je voorbij. Dan moet je in het ziekenhuis luisteren naar een Chinese uroloog, die slecht nieuws heeft over jouw prostaat, en ‘sambal bij’ helpt niet. Alles wat in Nederland naar racisme riekt, vindt zijn wortels in dit ressentiment.

Met andere woorden: Sanders' geschoolde middenklasse en de ‘upper classes’ ondervinden geen ‘last’ van de al dan niet Gekleurde Ander, en bezitten dus geen racistische ressentimenten. Die vijandigheid beperkt zich tot de onderklasse. Kennelijk verkeert Sanders nooit in kringen van de ‘upper classes’ en kent hij ook de blanke middenklasse niet goed, want anders had hij geweten dat zijn veronderstelling volkomen onjuist is. De VN-columnist weet kennelijk niet dat in de ‘upper classes’ het racisme niet speelt omdat in die kringen de gekleurde medemens letterlijk en figuurlijk onzichtbaar is, en men wil dat het liefst ook zo houden. Hetzelfde geldt voor de overgrote meerderheid van de ‘upper middle class,’ die naar zoveel mogelijk status streeft. Maar deze realiteit is, denk ik, voor hem in dit geval niet belangrijk, want wat Sanders in feite duidelijk maakt is zijn begrijpelijke, invoelbare weerzin tegen de wijze waarop hij als gekleurde Nederlander keer op keer geconfronteerd wordt met al dan niet verhuld racisme. Niet het openlijke racisme, absoluut niet, Nederland is een en al politieke correctheid, maar wel het -- voor een aanzienlijk aantal blanke Nederlanders -- onzichtbare racisme dat ze uitstralen, een gebaar, een manier van kijken, een veelzeggende opmerking, een Freudiaanse Fehlleistung. En dus pakt de intellectueel Sanders met een vleugje Schadenfreude de ‘volkszanger’ Gordon, op zijn meest gevoelige plek bij de ballen.   'Chinese uroloog,' de opgezette 'prostaat' van een blanke, Indonesische 'sambal' gemaakt van hete Spaanse pepers en… het feit dat Gordon een relnicht is. Ons kent ons, en ons weet hoe ons gepakt moet worden. Dat er steeds meer urologen na afronding van hun opleiding geen werk kunnen vinden in hun vakgebied en het wel heel toevallig zou zijn dat Gordon bij een Chinese uroloog terechtkomt, speelt daarbij geen rol. Het betreft hier een beeld.

Het gaat Sanders om het klassenverschil. In dit geval, de onderklasse die overgeleverd is aan de kennis van de middenklasse. Eindelijk kan de publicist wraak nemen op die stupide onderklasse die hem altijd het gevoel heeft proberen te geven geen ‘echte Nederlander’ te zijn. Het is weer één van die talloze voorbeelden hoe verziekt de kapitalistische klassenmaatschappij is. In een dergelijke samenleving zit ieder mens zijn hele leven lang gevangen in een toegewezen rol. Net als een negentiende eeuwse Britse adellijke dame niet wist wat haar personeel dacht, zo weet Sanders niet wat Gordon en zijn publiek denken. 'Het is zelfs helemaal de vraag of Gordon en de zijnen er welomschreven ideeën op na houden over Chinezen,' of over welk ander onderwerp dan ook. Ze behoren namelijk tot een onderklasse die geen gedachten heeft, alleen maar 'ressentimenten.' Voor de zelfbenoemde  intelligentsia is De Ander net zo onzichtbaar als de 'allochtoon' is voor de 'autochtoon.' Alleen de gemarginaliseerde kunstenaar kan in deze werkelijkheid nog het universele aspect zien van het menselijk bestaan, en dat tot uitdrukking brengen.

De een selecteert op huidskleur, de ander op klasse. In beide gevallen hebben we met kitsch te maken. In beide gevallen is er sprake van het behagen van het eigen publiek. Milan Kundera wees er in dit verband op dat een ontwikkeld mens zich niet de toekomst kan voorstellen ‘zonder de onweerstaanbare opkomst van pasklare ideeën die, ingevoerd in computers, gepropageerd door de massamedia, het gevaar met zich meebrengen binnenkort een macht te worden die elk oorspronkelijk en individueel denken verplettert en zo de werkelijke essentie van de Europese cultuur van onze tijd verstikt.’ De westerse consument verzuipt in de wereld van de kitsch. Kundera:

Het woord kitsch verwijst naar de houding van degene die tot elke prijs zoveel mogelijk mensen wil behagen. Om te behagen dien je je te conformeren aan wat iedereen wenst te horen, in dienst te staan van de pasklare ideeën, in de taal van de schoonheid en de emotie. Hij beweegt ons tot tranen van zelfvertedering over de banaliteiten die wij denken en voelen… Op grond van de dwingende noodzaak te behagen en zo de aandacht van het grootst mogelijke publiek te trekken, is de esthetiek van de massamedia onvermijdelijk die van de kitsch en naarmate de massamedia ons gehele leven meer omsluiten en infiltreren, wordt de kitsch onze dagelijkse esthetiek en moraal.


Volgens het CBS is 12 procent van de Nederlandse bevolking van niet-westerse allochtoonse afkomst. Waar staan ze hier op het bordes? Socialisten en Liberalen.

Het racisme kent vele gedaanten. Een voorbeeld daarvan uit de kringen van de Nederlandse  intellectuele ‘elite’ is geraffineerder dan die van Gordon, maar niet wezenlijk anders. Wanneer Hofland spreekt van ‘het vredestichtende Westen,’ dan is dit verholen racisme, om de simpele reden dat ook hij maar al te goed weet hoeveel leed het Westen, al dan niet onder leiding van de VS, tot nu toe heeft veroorzaakt in de rest van de wereld, van Vietnam en Chili, tot Afghanistan, Irak, en Libië, om slechts enkele voorbeelden te geven. Als de VS het blanke Europa met evenveel meedogenloos geweld had behandeld, dan zou Henk Hofland nooit een positieve kwalificatie hebben gegeven. Hetzelfde geldt voor het impliciete racisme van Geert Mak wanneer hij het heeft over de VS als ‘ordewaker en politieagent.’ Als in plaats van meer dan drie miljoen Zuidoost-Aziaten om het leven waren gekomen naar aanleiding van de Amerikaanse agressie, meer dan drie miljoen Europese burgers gedood waren dan had hij natuurlijk nooit de ‘Amerikanen’ deze positieve kwalificatie gegeven. Maar omdat het hier gekleurde volkeren betreft telt hun leed niet mee. De zogeheten opinie-makende ‘politiek-literaire elite’ beseft niet hoe racistisch ze reageert. ‘What?’  


Na eeuwen westers racisme is deze houding zo diep geïnternaliseerd dat alleen een volstrekt andere cultuur, niet gebaseerd op imperialisme in welke vorm dan ook, hier een einde aan kan maken. ‘'Cruelty, mendacity, baseness, and corruption have sunk deep into the soul of the European bourgeoisie,’ zo signaleerde Aimé Césaire in dezelfde tijd dat Nederland ‘nog een cultureel verdrag met Zuid-Afrika’ sloot ‘en PvdA-premier Willem Drees een reis naar het land [maakte]’ waar de Apartheid vijf jaar eerder van kracht was geworden. De als ‘vadertje Drees’ bekend staande socialist ‘betoonde zich enthousiast over de ‘stamverwantschap’ en 'achtte stemrecht voor de ''kaffers'' vooralsnog ongewenst.’ De erfgenamen van de Verlichting  groeiden op met racistische vooroordelen. Het zuiden van de Verenigde Staten kende tot in de jaren zestig van de vorige eeuw een scherp doorgevoerde rassen-segregatie, en Nederland voerde na de Tweede Wereldoorlog een kolonialistische oorlog in Ons-Indië, waar de beschaafde blanke jongens zich ongestraft aan oorlogsmisdaden te buiten konden gaan, met medeweten van de toenmalige regeringen, zoals nu pas officieel bekend wordt. Een eeuw geleden schreef de Franse intellectueel Carl Siger in Essai sur la colonisation (1907) over de koloniën:

The new countries offer a vast field for individual, violent activities which, in the metropolitan countries, would run up against certain prejudices, against a sober and orderly perception of life, and which, in the colonies, have greater freedom to develop and, consequently, to affirm their worth. Thus to a certain extent the colonies can serve as a safety valve for modern society. Even if this were their only value, it would be immense,

omdat de beschaafde blanke eenmaal onder de gekleurde gekoloniseerden het beest in hem de vrij ruimte kon geven, stoom kon afblazen, zoals de geschiedenis van het Europees en Amerikaans optreden in Azië, Afrika en Latijns Amerika aantoont. De Ander is altijd voor de Westerling iemand van een lagere orde. De christelijke filosoof Joseph de Maistre schreef rond 1800:

There was only too much truth in this first impulse of the Europeans who, in the century of Columbus, refused to recognize as their fellow men the degraded inhabitants of the new world… One cannot gaze upon the savage for an instant without reading the anathema written. I do not say upon his soul alone, but even on the external form of his body.

De Franse antropoloog en een van de theoretici van de eugenetica en het racisme,  Georges Vacher de Lapouge zette tegenover de blanke intelligentsia uiteen:

It must nog be forgotten that [slavery] is no more abnormal than the domestication of the horse or the ox. It is therefore possible that it may reappear in the future in one form or another. It is probably even inevitable that this will happen if the simplistic solution does not come about instead – that a single superior race, leveled out by selection.

Na uitgebreid en gedocumenteerd op de psychologische kant van het kolonialisme te zijn gegaan concludeerde in 1955 Aimé Césaire als zwarte intellectueel:

we must resign ourselves to the inevitable and say to ourselves, once and for all, that the bourgeoisie is condemned to become every day more snarling, more openly ferocious, more shameless, more summarily barbarous; that it is an impleccable law that every decadent class finds itself turned into a receptacle into which there flow all the dirty waters of history; that it is a universal law that before it disappears, every class must first disgrace itself completely, on all fronts, and that it is with their heads buried in the dunghill that dying societies utter their swan songs.


Madeleine Albright - 60 Minutes


Een willekeurig maar illustrerend voorbeeld waarbij de Nederlandse ‘politiek-literaire elite’ zichzelf  ‘op alle fronten volledig onteerde’  was toen NRC’s ‘diplomatiek redacteur’ Robert van de Roer de Nederlandse ‘topdiplomaat’ Peter van Walsum typeerde als 'het beste dat Nederland in huis heeft' en zijn collega van De Groene Amsterdammer, Peter Vermaas, deze hoge ambtenaar kwalificeerde als 'het visitekaartje in het buitenland,' terwijl toch Van Walsum rond het jaar 2000 als voorzitter van de 'Iraq Sanctions Committee' medeverantwoordelijk was voor een genocidale politiek die ertoe leidde dat tenminste een half miljoen Iraakse kinderen onder de vijf jaar om het leven kwam. Een genocidaal beleid dat volgens Madeleine Allbright 'de prijs waard' was, maar die door hoge VN-functionarissen werd betiteld als volkerenmoord.

De Duitse graaf Hans von Sponeck was van 1998 tot 2000 Humanitair Coördinator van de Verenigde Naties voor Irak. Hij was de opvolger van de Ier Denis Halliday, die ontslag nam uit protest tegen de gevolgen van de sancties op de Iraakse bevolking. Hij bestempelde die als ‘genocide.’ In 2000 nam von Sponeck op zijn beurt ontslag uit onvrede met de sancties en de tekortkomingen van het olie-voor-voedsel-programma. Sedertdien voert hij wereldwijd actie tegen de sancties.

Een van de meer dan een half miljoen Irakese slachtoffertjes onder de vijf jaar van het sanctiebeleid onder leiding van ondermeer de Nederlandse 'topdiplomaat' Peter van Walsum. Dit genocidale beleid, onder druk van de VS en de EU, volgens Geert Mak  ‘typisch producten van de Verlichting,werd door de Nederlandse mainstream pers gesteund door erover te zwijgen, of de uitvoerders ervan te prijzen.

Desondanks bleef Peter van Walsum voor de Nederlandse ‘politiek-literaire elite’ zondermeer 'het beste dat Nederland in huis heeft,' een topdiplomaat die 'zijn naam als eigenzinnig denker met scherpe tong waar[maakte],' en bovendien de 'voorzitter van de wereld' was geweest die 'twee jaar lang’ als ‘het visitekaartje in het buitenland' functioneerde. Ook hier zien we weer het nauwelijks verhulde racisme van de Nederlandse ‘elite,’ want als er 500.000 Joods-Israëlische of christelijke Europese dan wel Amerikaanse kinderen onder de vijf jaar om het leven waren gekomen door een sanctiebeleid onder voorzitterschap van Peter van Walsum dan had de diplomaat terecht het etiket Schreibtischmörder van de voltallige mainstream pers in de polder opgeplakt gekregen. We hebben het hier over een hoge diplomaat die van de kritische wereldberoemde journalist John Pilger de vraag kreeg voorgelegd:Aren't the deaths of half a million children mass destruction?’ waarop Van Walsum antwoordde:I don't think you can use that argument to convince me.’ Een half miljoen vermoorde kinderen onder de vijf jaar was voor onze eigenzinnige denker met scherpe tong’ geen ‘argument om me te overtuigen.’ Meer voorbeelden van Nederlands racisme de volgende keer.


  

2 opmerkingen:

Ron zei

Racisme is slechts een aspect van het hele scala van agressie die mensen naar elkaar communiceren. Daar doet onze quasi-intellectueel Sanders ook aan mee.

Paul zei

'Unpeople' (George Orwell) vind ik de beste omschrijving van hoe het Westerse racisme (meestal) werkt in onze tijd. De donkerder gekleurde medemensen worden niet bewust gehaat maar ze worden gewoon niet gezien. Ze tellen niet mee in de Westerse plannenmakerij. Ze zijn slechts figuranten. Het echte verhaal is elders, dat gaat over ons Westerlingen. Onze doden maken ons overstuur, hun doden vinden we "jammer maar helaas" en zijn nooit reden om het wat minder te doen met onze "humanitaire" interventies...