dinsdag 25 februari 2014

De Mainstream Pers 151




Over the last three decades the wealth of the nation's very richest 1% has grown ten times that of the average worker and over that time period that same tiny elite has captured more than half of the entire income increases, leaving the bottom 99% to divide the remaining gains.

This is all based on a new state-level study, The Increasingly Unequal States of America: Income Inequality by State, which looks at how inequality has seized hold of the national economy both in the generation leading up to the great recession of 2008 and in the several years following where a so-called 'recovery' was experienced by the financial elite while the majority of U.S. population continues to claw its way back.

'The levels of inequality we are seeing across the country provide more proof that the economy is not working for the vast majority of Americans and has not for decades,' said Mark Price, an economist at the Keystone Research Center, who co-authored the report on behalf of the Economic Analysis and Research Network (EARN). 'It is unconscionable that most of America’s families have shared in so little of the country’s prosperity over the last several decades.'

Numerous studies in recent years have exposed the persistent pattern of income and wealth inequality in the United States, but as Price's co-author Estelle Sommeiller explains, 'our study shows that this one percent economy is not just a national story but is evident in every state, and every region.'
Though some states show higher levels of inequality, the pattern nationally is firm. What is also made clear by the study is the degree to which specific policies--including the writing of tax law, the climate set for labor conditions, and the setting of wages--have all contributed directly to this pattern where those at the very top benefit from a growing economy and those at the bottom receive increasingly less reward for their hard work.

De Verenigde Staten hebben de hand gehad in talloze vredesonderhandelingen, niet zelden met succes. Het waren Amerikaanse presidenten, Wilson en Roosevelt, die de aanzet gaven tot een hele reeks internationale instituten die, ondanks alle problemen, een begin van orde brachten in de mondiale politiek en economie.
Geert Mak. Reizen zonder John. Op zoek naar Amerika. 2012

Over welke 'orde' mainstream-opiniemaker Mak het heeft, wordt duidelijk uit de woorden van de gerenommeerde Amerikaanse auteur Wendell Berry, Fellow of The American Academy of Arts and Sciences. In zijn scherpzinnige boek The Unsettling of America. Culture & Agriculture (1977) schrijft hij:

The growth of what is called the Modern World has been, by turns, both the cause and the effect of the destruction of that old sense of universal order. The most characteristically modern behavior, or misbehavior, was made possible by a redefinition of humanity which allowed it to claim, not the sovereignty of its place, neither godly nor beastly, in the order of things, but rather an absolute sovereignty, placing the human will in charge of itself and of the universe.

And having thus usurped the whole Chain of Being, conceiving itself, in effect, both creature and creator, humanity set itself a goal that in those circumstances was fairly predictable: it would make an Earthly Paradise. This projected Paradise was no longer that of legend: the lost garden that might be discovered by some explorer or navigator. This new Paradise was to be invented and built by human intelligence and industry. And by machines. For the agent of our escape from our place in the order of Creation, and of our godlike ambition to make a Paradise, was the machine, not only as instrument, but even more powerfully as metaphor. Once, the governing human metaphor was pastoral or agricultural, and it clarified, and so preserved in human care, the natural cycle of birth, growth, death, and decay. But modern humanity's governing metaphor is that of the machine. Having placed ourselves in charge of Creation, we began to mechanize both the Creation itself and our conception of it.  We began to see the whole Creation merely as raw material, to be transformed by machines into a manufactured Paradise.

And so the machine did away with mystery on the one hand and multiplicity on the other. The Modern World would respect the Creation only insofar as it could be used by humans. Henceforth, by definition, by principle, we would be unable to leave anything as it was. The usable would be used; the useless would be sacrificed in the use of something else. By means of the machine metaphor we have eliminated any fear or awe or reverence or humility or delight or joy that might have restrained us in our use of the world. We have indeed learned to act as if our sovereignty were unlimited and as if our intelligence were equal to the universe. Our 'succes' is a catastrophic demonstration of our failure. The industrial Paradise is a fantasy in the minds of the privileged and the powerful; the reality is a shambles.

Dit is de failliete cultuur die schuilgaat achter Geert Mak's leuze 'Geen Jorwerd zonder Brussel' en 'Geen Brussel zonder Jorwerd.' Dit is de doctrine van de neoliberale Europese Unie en de North American Free Trade Agreement. Dit is de politiek-economische ideologie die door de globalisering vandaag de dag wereldwijd heerst en die geen enkele tegenspraak duldt. Dit is het dogma dat heeft geleid tot een consumptiemaatschappij waarin de neoliberale Economist de lezers meedeelt dat

de mogelijkheden van mensen ongelijk [zullen] blijven. In een wereld die economisch steeds meer gepolariseerd is, zullen velen hun kansen zien verminderen, terwijl hun salarissen worden afgeknepen. 

De logica van een dergelijk totalitair systeem is onverbiddelijk. De 'machine' heerst, leidt een eigen bestaan, dicteert de toekomst, terwijl de neoliberale spreekbuizen in de mainstream pers het publiek laten weten dat 'Innovatie, het wondermiddel dat voor vooruitgang zorgt, heeft altijd banen gekost,' en dat ondanks dit alles 'optimisme' het 'uitgangspunt [moet] blijven,' zoals het in de nrc.next-vertaling heet. Om de stemming erin te houden wordt hieraan toegevoegd:

 In een recent onderzoek van de Oxford Universiteit gesuggereerd wordt dat 47 procent van de huidige banen in de komende twintig jaar zou kunnen worden geautomatiseerd.


De mens moet nu concurreren met de 'machine,' of zoals de retorische vraag in de kop van nrc.next luidt: 'Wie is er beter in jouw werk? Jij of een robot?' Op deze werkelijkheid heeft niemand meer een greep. Binnen afzienbare tijd zal een aanzienlijk deel van de westerse bevolking overtollig zijn geworden. Het zware en vuile werk wordt in China en andere goedkope-lonen-landen gedaan en het ingewikkeldere werk wordt door computers overgenomen. Desondanks adviseerde Geert Mak in zijn Abel Herzberg-lezing 2013 dat Nederland 'de deur' naar de EU niet moet 'dichtgooien,' want 

de EU is een markt van bijna een half miljard mensen met de hoogste gemiddelde levensstandaard ter wereld. Alleen al voor Nederland is de Unie goed voor tweederde van onze totale export, een vijfde van het nationale product. We hebben nu een open toegang tot die markt.

Dus 'Geen Jorwerd zonder Brussel,' en geen Mak zonder zijn neoliberale 'markt.' Hoe meer 'markt' des te hoger de Europese oplagen van zijn boeken, des te meer geld hij opstrijkt. Iedere middenstander komt allereerst voor zijn eigen toko op, zeker als hij, net als Mak, zelf geen kinderen heeft die de prijs zullen moeten betalen voor de gekte van zijn en dus mijn generatie. We worden hier geconfronteerd met sociopaten die zich voordoen als sociaal bewogen, goed geïnformeerde opiniemakers. We dienen daarbij niet te vergeten dat het neoliberale denken amoreel is. In de toekomst zal een ieder die 'nutteloos' is, worden 'opgeofferd' voor 'the use of something else.' Wendell Berry waarschuwt de mensheid door te stellen dat 'By means of the machine metaphor we have eliminated any fear or awe or reverence or humility or delight or joy that might have restrained us in our use of the world.' Alles dat 'nutteloos' lijkt zal uiteindelijk door de 'machine' worden vernietigd. De 'machine,' oftewel de technologie, tolereert geen tegenspraak, zij kan niet evolueren als ze wordt gedwarsboomd door 'nutteloze' zaken of overtollige mensen die niet kunnen worden uitgebuit. De Franse socioloog Jacques Ellul schreef in The Technological Society (1964): 

Techniek vereist voorspelbaarheid en, evenzeer, precisie in de voorspellingen. Het is dus noodzakelijk dat de techniek prevaleert over het menselijk wezen. Voor de techniek is dit een zaak van leven of dood. De techniek moet de mens reduceren tot een technisch dier, de koning van de slaven der techniek. Voor deze noodzaak moet de menselijke grilligheid vermorzeld worden; de technische autonomie gedoogt geen menselijke autonomie. Het individu moet worden gekneed door technieken, hetzij negatief (door de technieken om de mens te kunnen begrijpen) of positief (door de aanpassing van de mens aan het technisch kader), om de schoonheidsfouten die zijn persoonlijke wil veroorzaakt in het perfecte patroon van de organisatie te kunnen wegvagen.

De Amerikaanse auteur, wijlen Theodore Roszak, schreef op zijn beurt in de Nederlandse vertaling van de wereldwijde bestseller The Making of a Counter Culture (1969): 

In de technocratie is niets meer klein of eenvoudig of overzichtelijk voor de niet-technicus. In plaats daarvan gaat de omvang en ingewikkeldheid van alle menselijke activiteiten - politiek, economisch, cultureel - de competentie van de amateur-burger te boven en vergt onverbiddelijk de aandacht van speciaal opgeleide deskundigen. Rond deze centrale kern van experts die zich bezighouden met de grote publieke zaken van algemeen belang groeit een kring van subsidiaire experts die, gedijend op het algemene sociale aanzien van technische bekwaamheid in de technocratie, zich een invloedrijk gezag aanmatigen over de schijnbaar meest persoonlijke levensfacetten: seksueel gedrag, de opvoeding van kinderen, geestelijke gezondheid, recreatie, enzovoorts. In de technocratie streeft alles ernaar puur technisch te worden, het voorwerp van beroepsmatige aandacht. Daarom is de technocratie het bewind van de deskundigen - of van degenen die de deskundigen in dienst kunnen nemen.


De technologie is per definitie gedwongen de overtollige, de nutteloze, de onbruikbare, de permanent werkloze, de bejaarde uit het systeem stoten, vernietigen of als 'Untermenschen' misbruiken, zoals de Derde Wereldbewoner nu wordt misbruikt om de rijken almaar rijker te maken. Immers, 

Over the last three decades the wealth of the nation's very richest 1% has grown ten times that of the average worker and over that time period that same tiny elite has captured more than half of the entire income increases, leaving the bottom 99% to divide the remaining gains.

Ondertussen blijft Geert Mak dromen van

een genadige God. Dat is heel belangrijk: een milde, liefdevolle God… Als je vraagt wat mijn godsbeeld is: een vriendelijke, vaderlijke God, een milde man, die mensen doorziet in hun zwakheid.

De propagandist van het neoliberale 'Brussel' gelooft in 'een milde, liefdevolle God… een vriendelijke, vaderlijke God.' Het zal duidelijk zijn dat dit natuurlijk geen 'geloof' is, maar een verlangen van een volwassen dwaas naar een 'milde… vriendelijke' Sinterklaas, die de kinderen snoep en cadeau's geeft omdat ze braaf zijn geweest. We hebben hier te maken met een veelzeggend verschijnsel, want Mak kan niet anders dan zo handelen en denken aangezien

having… usurped the whole Chain of Being, conceiving itself, in effect, both creature and creator, humanity set itself a goal that in those circumstances was fairly predictable: it would make an Earthly Paradise.

Als zoon van een gereformeerde dominee is hij opgegroeid in het milieu van de zogeheten 'kleine luyden,' de volgelingen van de grote gereformeerde politieke voorman Abraham Kuyper. 'Kleine luyden' was de benaming van het 'gewone volk,' mensen de niet behoorden tot de economische en bestuurlijke elite, die eeuwenlang tot de massa van gezichtslozen en stemlozen behoorden, de kleinburgers die altijd uitgesloten waren en in feite nog steeds zijn van de regenten-oligarchie die Nederland regeert. 

De oprichter van de Anti-Revolutionaire Partij (ARP), Abraham Kuyper zocht zijn aanhang onder deze 'kleine luyden.' Hier werden gereformeerde middenstanders, boeren, arbeiders en lagere ambtenaren mee bedoeld. Hij wilde hen losmaken van het negentiende-eeuwse liberalisme en terugwinnen voor de conservatieve politiek. De traditionele achterban van de ARP wordt daarom wel benoemd als 'de kleyne luyden.'

Toen in de loop van de twintigste eeuw de kerken begonnen leeg te lopen, stapte een opvallend aantal gereformeerden over naar de sociaal-democraten. Het verlies van hun God werd begrijpelijkerwijs door velen ervaren als een diep gemis. Toen de verlossing niet langer meer in het hiernamaals kon worden gezocht, hoopten de kleinburgers de redding in de materie te kunnen vinden. Met hetzelfde fundamentalisme waarmee ze voorheen in hun heiland hadden geloofd, geloofden ze nu in de zegeningen van het kapitalisme met een menselijk gezicht. De verlossing van de materie werd voortaan de verlossing door de materie. Dit verklaart ook het feit dat zoveel PVDA-prominenten oud-gereformeerden waren, politici als Joop den Uyl, Henk Vredeling, Han Lammers, Jan Pronk, etc. Niet voor niets stapten ze over naar de Partij van de Arbeid, want alleen 'in het zweet uws aanschijns zult gij brood eten.'  Omdat arbeid centraal staat in het denken van de Partij van de Arbeid zijn de socialisten nooit voor een basisloon voor iedereen geweest, werkenden en niet werkenden. Wel voor een werkloosheidsuitkering, als die niet te lang duurt, want een uitkering is geen recht, maar slechts een overbrugging. Sterker nog, de PVDA is voorstander van een algehele arbeidsplicht, want alleen in de arbeid kan de mens zijn/haar bevrijding vinden. 

PvdA wil arbeidsplicht voor deel eenouders in de bijstand.
Alleenstaande ouders in de bijstand met kinderen tussen de 5 en 16 jaar moet een arbeidsplicht worden opgelegd om 24 uur per week te gaan werken. Dat stelt de PvdA-fractie in de Tweede Kamer voor.

De socialistische 'arbeidsplicht' past naadloos in de christelijke cultuur waar Adam en Eva na gezondigd te hebben uit het Paradijs werden verjaagd en de God der wrake hun toevoegde:

in het zweet uws aanschijns zult gij brood eten, totdat gij tot de aardbodem wederkeert, omdat gij daaruit genomen zijt; want stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren.
Welnu, voor de kleinburger Geert Mak kan er 'Geen Jorwerd bestaan zonder Brussel,' want de Europese Unie betekent allereerst, zoals hij tijdens zijn Abel Herzberg-lezing benadrukte,  het marktdenken, immers:
de EU is een markt van bijna een half miljard mensen met de hoogste gemiddelde levensstandaard ter wereld. Alleen al voor Nederland is de Unie goed voor tweederde van onze totale export, eenvijfde van het nationale product. We hebben nu een open toegang tot die markt. Gaan we die deur echt dichtgooien?


De markt betekent groei en groei betekent de 'vrijheid' te kopen en daarom dient de mens zich aan de tucht van de arbeid te onderwerpen. Op die manier sluit de cirkel zich. Zoals de mens zich vroeger moest neerleggen bij de christelijke leer dient de moderne mens zich over te geven aan de kapitalistische leer. Geen woord dat Mak zo vaak gebruikt als 'orde.' Zonder het te vermelden bedoelt hij daarmee de koloniale 'orde,' of de neokoloniale 'orde,' dan wel de neoliberale 'orde,' waarbij vandaag de dag 85 mensen evenveel rijkdom bezitten als de helft van de mensheid. In feite heeft Mak het over niets anders dan de obscene wanorde die vijf eeuwen geleden begon met de christelijke, blanke, Europese onderwerping van de rest van de wereld. Het is ook niet vreemd dat de enig overgebleven uiterst agressieve supermacht, de VS, nog steeds door en door christelijk is, en dat 'About one-third of the American adult population believes the Bible is the actual word of God and is to be taken literally word for word.' Hoewel 'The United States remains among the richest countries in the world' is het tegelijkertijd het land waar de verschillen tussen arm en rijk het grootst zijn in de westerse wereld.
On nearly all indicators of mortality, survival, and life expectancy, the United States ranks at or near the bottom among high-income countries.
Infant and maternal mortality are the highest among advanced nations. So is the mortality rate of children under the age of 20. Life expectancy — at birth and at age 60 — is among the lowest.
Teenage pregnancy rates are not only higher than in other rich nations, they are higher than in Kazakhstan and Burundi. The United States has the highest rate of children living with a single parent among the industrialized nations in the Organization for Economic Cooperation and Development. Within the organization, only in Turkey, Mexico and Poland do more children live in poor homes… 
America’s gaping inequality shows up everywhere, beyond the statistics for income. Rich families invest more in their children’s education. Educational opportunities are stacked against the poor and middle class: 60 percent of disadvantaged children go to disadvantaged schools with fewer and lower quality resources, according to a report on educational disparities.
Unsurprisingly, literacy is more lopsided than in most other industrial nations, according to international tests of 15-year-olds carried out by the Organization for Economic Cooperation and Development.
The gap between the top American scorers — at the 90th percentile of the distribution — and those in the middle is about as big as the gap between the average score in the United States and Azerbaijan.
In a globalized, high-tech world in which education has become a central determinant of economic success, it is hardly surprising that the prosperity of American children is more dependent on the prosperity of their parents than that of children in most other advanced countries


Het is geen pretje om in de christelijke Verenigde Staten te leven, tenminste als men niet rijk is. De moraliteit van de christelijke cultuur is de hele geschiedenis door onderontwikkeld gebleven, om het zo eufemistisch mogelijk te stellen. Het was logisch dat toen de christenen hun God lieten vallen, die alles in hun leven had bepaald, dit niet betekende dat ze als aanhangers van de Verlichting deze mentaliteit verloren. Integendeel, ze behielden dezelfde gestoorde houding ten opzichte van de medemens en de natuur als onder het christendom. Door de razendsnelle ontwikkeling van de techniek werd die houding zelfs nog desastreuzer, zowel voor de natuur als voor de mens zelf. De kleinburgers, de 'kleyne luyden' van weleer, zijn nu cynisch en rancuneus omdat ze menen benadeeld te worden, niet langer meer door de Duivel maar door de Ander, dat wil zeggen: door iedereen die hen in de weg staat bij het verwezenlijken van hun materiële paradijs op aarde. Anderzijds weten ze gevoelsmatig dat ze niet zonder de Ander kunnen; de mens blijft een sociaal ingesteld wezen. En dus verkeren de Spießbürger permanent 'in limbo,' in als het ware het 'voorgeborchte,' dus niet in de hel maar zeker ook niet in de hemel. Het enige dat ze overeind houdt is de 'hoop' dat het ooit nog eens beter wordt. De 'hoop' is hun overlevingsstrategie, het vlot waaraan ze zich vastklampen. Dit verklaart waarom Geert Mak aan mij kon schrijven:

Het probleem met jou is dat je verdomd vaak gelijk hebt, en dat het vaak geen prettige mededelingen zijn die je te melden hebt… Jij ziet veel dingen scherper en eerder, maar…' zo stelde hij: 'Ik kan niet zonder hoop, Stan, dat klinkt misschien wat pathetisch, maar het is toch zo.'

Het verklaart bovendien waarom hij aan de journaliste Cisca Dresselhuys (eveneens uit een gereformeerd milieu ) van het glossy tijdschrift Opzij kon vertellen:

ik geloof in een genadige God. Dat is heel belangrijk: een milde, liefdevolle God… Dat geeft soms troost, soms ordening, soms een gevoel van verantwoording. Het geeft lijn aan je handel en wandel. Als je vraagt wat mijn godsbeeld is: een vriendelijke, vaderlijke God, een milde man, die mensen doorziet in hun zwakheid.

Een dergelijke Sinterklaas schept voor hem een 'ordening' in de wanorde die hij overal ziet en die Mak vooral ook vreest. De 'genadige God,' die 'milde man' moet zin en betekenis geven aan zijn 'handel en wandel' als consument in een technocratie. Als een verwend kind wil hij alles tegelijk, een zinvol leven én een bekende propagandist zijn van het materialistische consumptieparadijs. Die onverzadigbaarheid is kenmerkend voor het consumentisme. Het meent alles te kunnen opeisen, het accepteert geen uitstel en is volstrekt irrationeel, zelfs krankzinnig. Terecht wees Wendell Berry op het feit dat

No rational person can see how using up the topsoil or the fossil fuels as quickly as possible  can provide greater security for the future; but if enough wealth and power can conjure up the audacity to say that it can, then sheer fantasy is given the force of truth; the future becomes reasonable as even the past has never been. It is as if the future is a newly discovered continent which the corporations are colonizing. They have made 'redskins' of our descendants, holding them subject to alien values, while their land is plundered of anything that can be shipped home and sold. 

Deze realiteit ligt verborgen achter Geert Mak bewering dat 'Jowerd zonder Brussel' onmogelijk is. Hij claimt namens de neoliberale 'orde' te weten hoe de toekomst eruit moet zien, zoals zijn vader claimde te weten wat de christelijke God in het verleden wilde. Geert Mak moet dit wel claimen, want als hij zijn 'hoop' verliest, dient hij de werkelijkheid onder ogen te zien, namelijk dat zijn leven, net als dat van zijn vader eens was, op een leugen is gebaseerd. Hier is sprake van een familie-pathologie. Meer later.  


[S]inds de geschiedenis wereldgeschiedenis is geworden, zien hele volkeren zich veroordeeld  tot overtolligheid, en wel door oorzaken die merkwaardigerwijs zonder subject blijven. De instanties die dat oordeel uitspreken heten 'kolonialisme', 'industrialisering', 'technische vooruitgang', 'revolutie', 'collectivisatie', 'Endlösung', 'Versailles' of 'Jalta', en hun decreten worden openlijk verkondigd en systematisch omgezet in daden, zodat niemand erover kan twijfelen welk lot hem is toebedacht: de trek naar de grote steden of emigratie, verdrijving of genocide.

De door de overheid georganiseerde misdaad is nog altijd aan de orde, maar als overheersende anonieme instantie treedt steeds duidelijker 'de wereldmarkt' op, die steeds grotere delen van de mensheid voor overtollig verklaart, niet door politieke hetze, bevel van de leider of partijbesluit, maar als het ware vanzelf, door haar eigen logica, die ertoe leidt dat steeds meer mensen 'er buiten vallen.' Het resultaat is niet minder moordend, alleen kan er minder dan ooit tevoren een schuldige worden aangehouden. In de taal van de economie betekent het: een enorm stijgend aanbod van mensen staat tegenover een duidelijk dalende vraag. Zelfs in rijke samenlevingen kan iedereen morgen al overtollig zijn. Waarheen met hem?

Hans Magnus Enzensberger. De grote volksverhuizing. Over enkele bijzonderheden bij de mensenjacht. 1992

Daarentegen kwalificeerde Geert Mak tegenover mij in januari 2012 Hans Magnus Enzensberger als een ‘grumpy old,’ man  die ‘alles heeft opgegeven,’ omdat hij sceptisch was over de Europese Unie, terwijl Mak er juist propaganda voor maakt omdat allereerst

de EU een markt [is] van bijna een half miljard mensen met de hoogste gemiddelde levensstandaard ter wereld. Alleen al voor Nederland is de Unie goed voor tweederde van onze totale export, een vijfde van het nationale product. We hebben nu een open toegang tot die markt. Gaan we die deur echt dichtgooien? [...] Geen Jorwerd zonder Brussel. 
Geert Mak. Geen Jorwert zonder Brussel, geen Brussel zonder Jorwert. 2013



Geen opmerkingen:

Peter Flik en Chuck Berry-Promised Land

mijn unieke collega Peter Flik, die de vrijzinnig protestantse radio omroep de VPRO maakte is niet meer. ik koester duizenden herinneringen ...