woensdag 11 november 2015

Vluchtelingenstroom 20


Meer dan een jaar geleden, maandag 3 november 2014, schreef ik op mijn weblog het volgende:

Ik heb net dit verzoek aan de redactie van Nieuwsuur gemaild:

Als collega van Hubert Smeets die jarenlang voor de VPRO-radio heeft gewerkt en die de berichtgeving van Smeets al enige jaren volg, moet ik helaas constateren dat deze opiniemaker niet te goeder trouw is. Ik geef u een recent voorbeeld van de wijze waarop Smeets de werkelijkheid vervormd:

In een bespreking van de Russische film Leviathan verbindt Smeets het kwaad dat in de film overwint, onmiddellijk met 'Het poetinisme.' Hoewel Smeets de regisseur Andrej Zvjagintsev heeft geïnterviewd, verzweeg hij bewust dat volgens zijn bron zelf Leviathan een 'universeel verhaal' vertelt, zoals 'Nieuwsuur' berichtte. Zvjagintsev benadrukt dat dit 'universeel' thema:

'overal kan plaatsvinden. En vanuit die gedachte besloten wij om het in Rusland te laten spelen. Omdat het leven hier ons nader staat, net als de levensstijl en de realiteit, dan een verhaal over een Amerikaanse boer. Het Westen wil de film graag als een politiek statement zien. Juist nu het actueel is. Maar dat zou kortzichtig zijn.'

De regisseur maakt duidelijk dat de 'vermeende kritiek op Poetins Rusland in dat opzicht vooral een westerse invulling [lijkt].' Juist daarom verzwijgt Smeets, gedreven door een obsessieve haat tegen de Russische president, de werkelijke strekking van de film. Smeets doet exact wat hij eerder de Russen verweet toen hij beweerde: 'Het is typisch Russisch, om altijd alles om te draaien.' De schijnbaar genuanceerde journalistiek van de 'kwaliteitskrant' blijkt in werkelijkheid ongenuanceerde propaganda. Het is dan ook onverantwoord van de redactie van Nieuwsuur om een dergelijke 'opiniemaker' kritiekloos aan het woord te laten. 

Ik verzoek u mij uit te leggen wat nu eigenlijk uw motief is geweest om juist Smeets te vragen zijn mening te geven? In afwachting van uw antwoord, vriendelijke groet,
Stan van Houcke
Amsterdam

Zoals gebruikelijk bij de Nederlandse 'publieke omroepen,' heb ik hier nooit antwoord op gekregen. Hilversum gaat er vanuit dat de consument dient te luisteren en geen vragen moet stellen.  Dit onfatsoen toont aan hoe de mainstream-media in de polder meewerken aan een tendentieuze voorstelling van zaken. Als ik zou stellen dat The Tragedy of Hamlet, Prince of Denmark van Shakespeare een politiek tractaat is over de Prins van Denemarken dan zou u mij terecht voor een onnozele kwast verslijten. Welnu, precies dit doet Hubert Smeets in NRC Handelsblad met betrekking tot de film Leviathan van de Russische regisseur Andrej Zvjagintsev. Hij koppelt de speelfilm aan wat hij noemt het 'poetinisme,' als de manifestatie van Het Kwaad in de wereld.  Woensdag 22 oktober 2014 begon Smeets met de volgende stelling:

Zijn laatste film Leviathan is ronduit maatschappelijk geëngageerd. Het script over de strijd van een autonome man, een klusser die zijn huis en haard wil beschermen tegen de corrupte burgemeester in een dorp bij de poolcirkel, heeft zelfs Hollywoodtrekjes… Maar er is één verschil met Hollywood. In Leviathan overwint het kwaad. Het poetinisme trekt aan het langste eind: de macht kan ongestoord verder drinken. En de priester bedekt dat onder een vrome woordendeken. Nog meer dan in Elena, ook geen toonbeeld van optimisme over de menselijke aard, toont Zvjagintsev zich in Leviathan de grootmeester van de ‘feel bad movie.'

Hoewel er volgens Smeets sprake is van 'Hollywoodtrekjes,' kent Leviathan geen happy end, waarmee de doorsnee Amerikaanse speelfilm praktisch altijd de realiteit vertekent. De westerse consumptiemaatschappij heeft met haar vooruitgangsgeloof geen plaats voor het eigen Kwaad en is daarom gedwongen het goede te laten zegevieren, de entertainment-cultuur kent haar eigen  werkelijkheid. In die virtuele wereld worden de schurken gestraft, de goeden beloond. De held is altijd goed. Punt uit. De succesvolle is goed en daardoor rijk, de slechte is fout en daardoor een 'loser.' En aldus stuit ik weer op de opiniemaker Smeets voor wie 

Zvjagintsev zich in Leviathan de grootmeester [toont] van de ‘feel bad movie.'

Een 'feel bad movie,' omdat er in het manicheïsch mens- en wereldbeeld van Smeets geen nuances bestaan, alles is er zwart/wit, en zo leeft de opiniemaker en zijn publiek, zich volkomen veilig wanend, in de wereld van de kitsch. Zij allen spelen tegelijkertijd de rol van politieman, openbaar aanklager, en rechter, zodat zij zichzelf buiten schot kunnen houden. Enig relativeringsvermogen, laat staan scepsis over de eigen drijfveren, bezitten ze niet. Voor hen bestaat alleen het Vooruitgangsgeloof waarbij de overwinnaar, het westerse neoliberalisme, het einde van de geschiedenis heeft ingeluid. In de praktijk van alledag functioneert dit als een totalitaire ideologie, die zichzelf presenteert als 'democratisch.' Voor een ontwikkeld mens geldt evenwel dat hier sprake is van een 'permanente samenzwering tegen alles wat origineel is,' zoals Gustave Flaubert in 1853 zijn vriendin Louise Colet liet weten. Maar omdat de 'middelmaat de Regel lief [heeft]' is het postmoderne bestaan een kluwen van 'beperkingen, genootschappen en kasten.' En zodra 'Poetin' niet doet wat de westerse neoliberale macht eist dan vertegenwoordigt hij Het Kwaad, aldus de interne logica. Hubert Smeets is daarvoor zelfs bereid om te liegen en te bedriegen door te beweren dat Leviathan een anti-Poetin film is, ook al verklaart de maker ervan dat dit juist niet het geval is. Vanwege zijn ideologische fixatie op Poetin kan Smeets domweg niet aanvaarden dat de thema's van een kunstzinnig individu als de regisseur Zvjagintsev allereerst en vooral universeel en tijdloos zijn, zoals alleen al de titel Leviathan aangeeft. Wanneer de 50-jarige Russische filmmaker zegt:

In Leviathan bestaat de maatschappij inderdaad wel. De eenling is in conflict met de staat, met het systeem: de burgemeester, de rechter en de politie,

dan betekent dit niet dat het thema typisch Russisch is. Integendeel zelfs, de strijd tussen de eenling en de massa, tussen een individualist en de staat, is even westers als Russisch. Dat maakt zijn film ook zo universeel, het eeuwige conflict tussen de macht en de machteloze is zelfs de kern van het menselijk bestaan, en is door alle grote westerse kunstenaars op de een of andere manier in hun oeuvre verwerkt. Wanneer Smeets schrijft: 

Ook Zvjagintsev leest amper kranten en heeft thuis al een jaar geen televisie meer,

dan is dit geenszins exclusief Russisch. Ik ken talloze kunstenaars, zowel in Nederland als in de rest van Europa en in de VS, die zich walgend hebben afgewend van de mainstream media en die met wantrouwen kijken naar democratische politici. Zoals de jaarlijks dalende krantenoplagen aantonen raken wat de massamedia betreft steeds meer mensen gedecontioneerd, ze lezen allang niet meer elke dag de NRC, het avondblad dat zijn lezers oproept 'Durf te denken,' om vervolgens te beweren:

Russische machthebbers, en ook Russen in het algemeen, kunnen met een stalen gezicht twee waarheden vertellen,

zoals Coen van Zwol, filmrecensent van NRC Handelsblad, beweert naar aanleiding van Zvjagintsev's film Leviathan. 

De waarheid die nuttig is of die ze moeten vertellen, en de waarheid die de waarheid is. Maar die houden ze privé.

Dit wordt kennelijk als zo'n grote onthulling gezien dat het televisieprogramma Nieuwsuur het als 'nieuws' op zijn website zet, terwijl toch een doorsnee Nederlander uit ervaring kan weten dat het hier geen exclusief Russisch fenomeen betreft, maar een universeel en tijdloos verschijnsel. Sterker nog, uit onderzoek blijkt dat westerse machthebbers maar al te vaak 'met een stalen gezicht twee waarheden vertellen,' een feit dat ook Coen van Zwol weet, maar niet in zijn ideologische versie van de werkelijkheid kan gebruiken. Juist Coen en zijn NRC-collega's zijn zulke sublieme voorbeelden van mensen die unverfroren 'twee waarheden' kennen, de 'waarheid die nuttig is of die ze moeten vertellen,' terwijl ze 'de waarheid die de waarheid is' volstrekt 'privé [houden].' Een hele industrietak is de afgelopen eeuw hier omheen ontstaan, van de journalistiek tot aan public-relations, de psychologie, sociologie, de commerciële reclame en de politieke propaganda met haar 'spindoctors,' die voor de mainstream-pers als belangrijkste informatiebronnen gelden.  Kortom, het is als een natuurwet dat

[w]at mensen zeggen niet [is] wat mensen doen… Deze oneliner vormt de basisgedachte achter het (relatief) nieuwe en sexy vakgebied: neuromarketing. Afgelopen week vond de Neuro Retail Revolution plaats in Amsterdam. Een internationaal congres dat tot stand kwam door een samenwerking van POPAI en NMSBA (neuro marketing science and business association) Een enerverende 48 uur waar internationale neuro-wetenschappers en retail elkaar wisten te vinden.

Het feit dat de NRC een heel volk van meer dan 143 miljoen zielen stigmatiseert, terwijl er hier sprake is van een universeel psychologisch fenomeen, bewijst al hoe de geconditioneerd en reflexmatig de westerse massamedia werken. Uit deels commerciële overwegingen en deels door de ideologische hersenspoeling geeft de westerse 'vrije pers' voortdurend een simplistisch beeld van de werkelijkheid. De krant in de postmoderne maatschappij ontmaskert de leugen niet, maar verspreidt haar, de massamedia vernietigen de domheid niet, maar propageren haar in de jacht op hoge advertentie-opbrengsten. Het journaille vermenigvuldigt de domheid elke dag weer. Hoe luid een krant ook de eigen voortreffelijkheid mag rondbazuinen, zij blijft een verspreider van 'pasklare ideeën,' voorgekookte meninkjes, die de lezer de indruk moeten geven dat dit en niets anders, de werkelijkheid is. En dus moet voor Hubert Smeets de film Leviathan handelen over wat hij het 'poetinisme' betitelt, en als de Russische filmregisseur hem niet onmiddellijk in zijn vooroordeel bevestigt, schrijft hij:

Zvjagintsev blijft laconiek. Hij kiest een strikt artistieke argumentatie en veert op als ik de tolerantie en vrijheid van Siberië te berde breng. 'Leviathan gaat over een man die door de staat in zijn vrijheid wordt beperkt. De sociale garantie, die de staat belooft, werkt voor hem niet meer. Hij wordt bedrogen. Het gesprek is niet meer eerlijk. Tja, en dan gaat de mens protesteren,' legt Zvjagintsev uit.

Zo gehersenspoeld en geïsoleerd functioneert Hubert Smeets et al. dat hij zichzelf de luxe niet kan permitteren om te zien hoe honderden miljoenen westerlingen de dagelijkse werkelijkheid onder het neoliberalisme ervaren. Wat zal hij straks verbijsterd opkijken wanneer door toenemende maatschappelijke onrust niet meer ontkend kan worden dat de 'sociale garantie, die de' westerse staten beloofden allang 'niet meer' werkte, de westerling al die tijd werd 'bedrogen,' en het 'gesprek' al decennialang 'niet meer' als 'eerlijk' werd ervaren, omdat gecorrumpeerde opiniemakers als hijzelf propaganda bedreven in plaats van journalistiek. Wanneer hij in NRC Handelsblad de Russische misdadiger Khodorkovsky onweersproken laat verklaren dat president Poetin 'niet opkomt voor het Russisch belang,' en Smeets tegelijkertijd suggereert dat de veroordeelde 'ex-oligarch' dit wel doet, dan dient hij net als Michel Krielaars het belang van de neoliberale, door het Westen aangestuurde kliek, die na de val van de Sovjet-Unie onder Jeltsin miljarden roofde en de macht in handen kreeg. Dit neoliberale belang steunen mijn mainstream-collega's opnieuw door de context, waarin 'het nieuws' zich voltrekt, te verzwijgen.  Het volgende is in dit verband onthullend: 


Of Russian origin: Semibankirschina

Vladimir Kremlev for RT

Semi-what?

Contrary to what a native English speaker might think, the 'semi' in the beginning of this word does not mean 'half.' It comes from the Russian word for 'seven,' and was coined in the turbulent 1990's by a journalist writing about the current state of  Russian affairs. 

Even to a Russian speaker who isn't familiar with the country's history the word sounds strange. That's because its origins date back to the 17th century, when a group of Russian aristocrats, known as the boyars, overthrew Tsar Vasily the Fourth and established a ruling party of 7 men. Centuries later, the term was morphed with the current 'aristocrats' of the times — the financiers. 

To add to the confusion, 'Russia's 7' were actually 9 people, because different names featured in the group at different times. But the core remained the same: a group of powerful money men, who together controlled much of the country's political and economic situation. 

The players

According to different sources, the movers and shakers in the Russian 1990s were:

Boris Berezovsky  (then owner or LogoVAZ)
Mikhail Khodorkovsky (then owner of the Menatep Bank) 
Vladimir Gusinsky (of the Media Most holding)
Vladimir Potanin (UNEXIM bank) 
Mikhail Friedman (Alfa Group)
Alexander Smolensky (Stolichny Bank)
Vladimir Vinogradov (Inkombank)
Vitaly Malkin (Rossiyskiy Kredit)
Pyotr Aven (Alfa Group)


Boris Berezovsky (Photo from http://www.borisberezovsky.net/)

Most sources agree on the first 7 names, and because it fit the collective term 'semibankirschina,' or '7 bankers,' those are the names most often referenced when researching the word. 

The game

Despite the fact that all these men had different interests, and many were in direct competition, they unofficially came together to make sure the current President, Boris Yeltsin, was re-elected in 1996. Legend has it that Yeltsin met with these men before his campaign began, and offered them various future privileges in return for their support and help in the presidential race. One of the so-called magnificent seven, Boris Berezovsky, even gave an interview to the Financial Times, claiming that he and 6 others controlled no less than 50 percent of the country's economy and had the opportunity to influence its policies. 


Mikhail Khodorkovsky (Photo from http://www.facebook.com/mikhailkhodorkovsky)

President Yeltsin did need all the help he could get in the 1996 election. When campaigning began, his popularity was at an all-time low, and people did not believe he could continue to be a leader, both due to health issues and political decisions. Because part of the 7-man rescue team had direct control over national media outlets, Yeltsin allowed them to acquire majority stakes in some of the country's most valuable state-owned assets in return for guaranteed favorable media coverage on TV and in print. The media painted bleak pictures of a Russia without Yeltsin, calling it a 'return to totalitarianism.' The bankers stoked the fire even further by playing up rumors of a civil war, should a Communist candidate win the race. 

Because the aforementioned Communist candidate (who still remains the only Communist candidate to date, running — and losing — every election) had no such financial resources, his popularity quickly began to fade, and when election day came, Yeltsin won with 53.8 percent of the votes. 
Game, set and match for the group of seven — or so they thought. 

The end game


Mikhail Friedman (Photo from http://www.alfagroup.ru)

True to the phrase, very few of the magnificent seven are still in play. Boris Berezovsky and Vladimir Gusinsky are personae non grata in Russia, with the former actually convicted of several crimes in absentia. Gusinsky — who created the country's first independent TV channel NTV — moved abroad and started a new media company, most well known for the radio station Ekho Moskvy (Echo of Moscow). Mikhail Khodorkovsky is perhaps the country's most famous prisoner, having been found guilty of fraud, tax evasion and money laundering.  Smolensky still owns a large business — but without any political influence, and Vinogradov died in 2008. Only 2 men can still pack a mean punch — Mikhail Friedman and Vladimir Potanin.

Friedman still co-owns the Alfa Group Consortium and TNK-BP, as well as being a member of the Public Chamber and the Russian Union of Industrialists and Entrepreneurs. Forbes magazine continuously lists him as one of Russia's richest men – Friedman is ranked the 42nd richest billionaire on the planet. 

Vladimir Potanin is not far off in that list, as the 62nd richest man on Earth. He also retains an influential financial and political position in modern Russia, as the founder and owner of one of the country's largest holding companies, Interros.
Written by Katerina Azarova , RT correspondent 

In januari 2007 schreef de Amerikaanse emeritus hoogleraar Michael La Sorte, specialist op het gebied van de georganiseerde misdaad, met betrekking tot 'Russian Jewish Organized Crime'

     It is a convenience to use the term Red Mafiya to refer to what is in fact a complex phenomenon. Just as we speak generically of the Italian mafia when there are actually five with different histories, rather than using the singular word 'Mafiya,' the more correct designation is the plural 'Mafiyas.' Nor are they all Russian or based on an ethnic affiliation. There is the Georgian mafia, the Uzbec mafia, Ukrainian mafia, the mafia of Vladivostok, one in Kazan, the mafia of the ex-agents of the KGB, the mafias of oil and wood, the mafia of financial institutions, and others with specific functions and skills. There are many easy pickings in the former republics of the Soviet Union.

     By one estimate, during Mikhail Gorbachev’s regime organized crime enterprises in the Soviet Union increased from 785 to 5691. After the dissolution of the USSR and the downfall of communism, an economic, moral and social vacuum was created that allowed opportunists to take full advantage of the resulting chaos. The Solntsevskaya mob, named after a Moscow suburb, is one of the largest. Such mafias engage in systematic extortion schemes, which have become a way of life in the Russian capital. 'You have to grease the palm or your business will have a short life span.' Profitable institutions are the most susceptible to a shakedown. A show of wealth is an invitation for a less-than-friendly visit. Estimates indicate that a goodly number of private businesses and most state-owned companies and banks have been infiltrated by the mafioso plague.

     The Mafiya has become transnational in scope. Russian émigré colonies in New York’s Brighton Beach district, in Israel, Paris and London are nesting criminal gangs. Some have gone as far afield as Sri Lanka for prostitution and gambling.

     In the early 1970s the Soviet leader Leonid Brezhnev opened the gates to limited emigration of Soviet Jews. Among them were hard-core criminals who had served prison sentences in the Gulag. In the two-year period 1972-73, more than 66,000 Russian Jews left their homeland, most of them going initially to Israel. The Israeli 'law of return' made it easy for the Jews of the Diaspora to receive Israeli citizenship. Also non-Jews have purchased forged documents that declared them Jews to gain entrance to the country.

     The criminals among them quickly entered the Israeli underworld and made their presence known by investing their laundered wealth in Israeli real estate, businesses and banks. By all accounts, Israel has become a haven for the Mafiya and a base for their international operations. Mob moguls are in residence as respected businessmen. Jonathan Winer, a former State Department expert, states categorically that, 'There is not a major Russian organized crime figure whom we are tracking who does not carry an Israeli passport.'

The Brighton Beach Boys. 

In the 1970s more than 40,000 Russian Jews settled in Brighton Beach, a former working-class Jewish neighborhood in Brooklyn, New York. One of those immigrants was Marat Balagula, who was born in Orenburg, Russia, in 1943. Once settled in Brighton Beach, he turned the Organizatsiya, the local mob, into a very profitable transnational criminal society. His most spectacular success was in the gasoline bootlegging business. Marat gained control of fourteen gas stations, formed two fuel dealerships and proceeded to buy gas from a corporation owned by the Nayfeld brothers. This setup provided a scheme to avoid paying billions of dollars of gasoline taxes.

     The scam worked as follows: Taxes were collected at the pump. Instead of turning the cash over to the government, the money was pocketed and disappeared without knowledge of the IRS. A number of shell distributorships were the key. One of these companies would purchase a shipment of gasoline and then make a number of paper transfers. At the end of the blizzard of paper would be a dummy company that was required to pay the taxes to the IRS. Instead, the company sold the gas at cut-rate prices to independent retailers with a phony invoice, stamped 'All Taxes Paid.' By the time the IRS came looking for the taxes due, the revenue agents were stymied by a twisting paper trail that lead to a dead end. There was no one person or company that could be held accountable for the non-payment.

     The scam became the biggest tax heist in U. S. history. The Russian mobsters by 1985 had stolen as much as $8 billion a year by evading state and federal taxes. Rampant cheating by gas stations had always been a problem, and often ignored. What the Russians did was to raise it from penny-ante chump change to a well-organized and lucrative racket. Shell corporations are frequently used as a means of pocketing what otherwise belongs to the government.

'On August 8, 2005, Garri Grigorian, a 43-year-old Russian living in Sandy, Utah, was sentenced to 51 months imprisonment and ordered to pay $17.42 million in restitution to the Russian government for his role in laundering over $130 million on behalf of Moscow-based Intellect Bank and its customers through bank accounts located in Sandy, Utah.' (From a Department of Justice report on shell corporations, November 14, 2006)

     Marat Balagula received an 8-year sentence for credit card fraud and, in 1992, an additional ten years for evading federal taxes on the sale of four million gallons of gasoline. When questioned, he was not forthcoming regarding Russian mob activity in the U.S.  'No,' he insisted, 'there is no such thing as the Russian Mafiya. Two or three friends hang out together. That’s a Mafiya?'

     At first, investigators recognized Russian crime as a growing problem, but not an organized one. Food stamp scams and the like were treated as isolated cases committed by street criminals, who were not mobbed-up in mafia-like relationships. Further investigations were to reveal that the Brighton Beach boys did in fact constitute a criminal enterprise, and had corrupted the local cops who were on their payrolls so that were able to act freely and openly without threat of arrest. 'Cops in cheap suits who looked like gangsters worked the door as bouncers and sat at the front tables in Russian mob joints.'

     'Nobody takes the Russian Jewish mob seriously,' said a NYPD detective. 'The lack of interest of law enforcement has given them time to grow.' A major roadblock was the super sensitivity to the Jewish aspect of émigré crime. The Jewish leaders worried that the resulting negative publicity from acknowledging the existence of Russian Jewish mobsters, of which there were an estimated 5000 in the New York metro region, would foster a wave of anti-Semitism.

'The Mafiya dominates Russia, and has Eastern Europe in a bear hug. It is also turning Western Europe into its financial satrapy, and the Caribbean and Latin America have quickly become sandy playpens for coke and weapons’ deals with Colombian drug lords. There are few nations where the Russian mob does not hold some influence, making efforts to combat it ever more difficult.' (R.I. Friedman, 2000)

Laatst genoemde, de Amerikaanse onderzoeksjournalist, wijlen Robert Friedman, schreef in zijn boek Mafiya: How the Russian Mob Has Invaded America (2000) over de 'Global Conquest' van de Russische onderwereld:

When the international press, bankers, and law enforcement officials professed outrage at the announcement that Red Mafiya boss Semion Mogilevich was allegedly behind the laundering of as much as $7 billion through accounts at the Bank of New York, it recalled the scene in Casablanca when the corrupt but worldly wise Vichy prefect masterfully played by Claude Rains told Humphrey Bogart's Rick that he was 'Shocked, just shocked!' that gambling was going on in Rick's cabaret. In fact, intelligence officials and government leaders had known since the early 1990s the true state of affairs in the former Soviet Union. The CIA alone claims to have published more than a hundred reports since 1998 for the American foreign policy establishment documenting crime and corruption in Russia — a society where everything from submarines for the likes of Tarzan to fissionable material for Mogilevich was for sale. The agency reported that the Rus­sian mob and its cronies in government and big business have looted the country into a condition resembling medieval beggary: the economy has declined every year since 1991. More than 40 percent of the country's peasants are living in abject poverty, suffering through Russia's third Great Depression this century. In the unforgiving fields, peasants are killing each other over potatoes. Social indices have plummeted. Workers' minuscule paychecks come late or not at all. Horrific terrorist bombings, apparently the responsibility of rebellious Islamic republics, about which the authorities can seem to do nothing, are causing a further erosion of the public's trust of the government.

At the same time on Moscow streets are more Mercedes per capita than any place on earth, and the number one concern of the city's nouveau riche is how to avoid paying taxes and hide their fortunes offshore. They revel away nights in gaudy sex clubs and expensive restaurants, gorging themselves on South American jumbo shrimp washed down with vodka and cocaine. Disputes are settled with bursts of submachine gunfire. It is a classic fin de siècle society erected on a seemingly limitless supply of dirty money.

Voor alle duidelijk: Friedman beschrijft de situatie onder Boris Jeltsin, toen de westerse pers en politici laaiend enthousiast waren over de hervorming van de 'young reformers' die Rusland privatiseerden en dereguleerden, de 'democratic giants,' zoals ze in het Westen gekwalificeerd werden, die het mogelijk maakten dat land geplunderd werd door Russische 'oligarchen,' onder wie Mikhail Khodorkovsky. Ziehier, de mafioso die vandaag de dag door Hubert Smeets cum suis gepresenteerd wordt als een democratisch alternatief voor 'Poetin.' Opnieuw Friedman:

No post-Soviet institution has been immune from cor­ruption, and even investigators have been investigated, often for good reason. Vladislav Selivanov, head of the Inte­rior Ministry's Organized Crime Division, admitted in a July 1998 press conference that a probe of the Federal Security Service, the successor to the old Soviet KGB, resulted in several criminal prosecutions and the disman­tling of the service's organized crime unit on the grounds that it had ties to the Russian mob. A few months later, dur­ing a bizarre news conference in Moscow, a group of mid-ranking FSB agents wearing sunglasses and ski masks declared that their once-vaunted agency harbored thugs, extortionists, and Mafiya hit men.

To make matters worse, the country's few political reformers have been sacked or killed. The Duma is a den of thieves, as was Yeltsin's inner circle. The same has even been alleged of Yeltsin and his family, who have purportedly taken a million dollars' worth of kickbacks from a Swiss contractor that renovated the Kremlin. But corruption and influence-peddling are a national plague in Russia as old as the czars. No one in Russia can purchase anything of value without a cash-laden handshake.

Astonishingly, both the Bush and the Clinton adminis­trations have unwittingly helped foster the Russian mob and the untrammeled corruption of post-Soviet Union Russia. When the CIA was asked in 1992 by Kroll and Asso­ciates, working on behalf of the Russian government, to help locate $20 billion that was hidden offshore by the KGB and the mob, the Bush national security policy team declined to cooperate. The Bush group rationalized, accord­ing to Fritz Ermath, a top CIA Soviet policy analyst writing in The National Interest, 'that capital flight is capital flight. It doesn't matter who has the money or how it was acquired even if by theft; so long as it is private, it will return to do good things if there was a market.'

Of course, that never happened, yet it did not prevent the Clinton administration from handing billions in aid to Russia without any accountability. With the vigorous sup­port of the United States another $20 billion of Interna­tional Monetary Fund loans has been deposited directly into Russia's Central Bank since 1992. However well intentioned, the Clinton adminstration simply has no way to deliver 'economic aid that will give benefits directly to the people,' as Brent Scowcroft, Bush's national security adviser, has asserted. The chastened Russian Central Bank, admitting that it lacked any mechanism to monitor aid money once it was deposited, initiated an investigation to determine if the funds were stolen, and if so, whether they were part of the monies passed by Mogilevich and others through the Bank of New York.

Until the Bank of New York fiasco, the top rungs of the U.S. foreign policy establishment refused to acknowledge the Russian government's staggering corruption. In 1995, the CIA sent Vice President Al Gore, who had developed a 'special' relationship with then Russian prime minister Viktor Chernomyrdin, a thick dossier containing conclusive evidence of his widespread corruption. Gore's friend had become a multibillionaire after he took over Gazprom, the giant natural gas monopoly, with holdings in banking, media, and other properties. The CIA said it cost $1 million merely to gain entry into Chernomyrdin's office to discuss a business deal. It was also alleged, though Chernomyrdin denied it, that he was among the oligarchs who had been stealing the country's resources after the fall of commu­nism.

Gore angrily returned the report, scribbling a barnyard epithet across the file, according to the New York Times, and declared that he did not want to see further damning reports about Russian officials. It is unlikely, then, that he read the classified FBI file claiming that two colonels in the Russian Presidential Security Service had traveled to Hun­gary in 1995 to pay Mogilevich for information on the upcoming Russian political campaign, which was then allegedly passed on to Chernomyrdin. 'The corruptive influence of the Mogilevich organization apparently extends to the Russian security system,' asserts the FBI report.

'The bottom line is that Clinton and Gore had lots of warning about Russian corruption under Yeltsin's banner of reform,' wrote political columnist David Ignatius in the Washington Post. 'And the question continues to be: Why didn't the administration do more to stop it?'

The most charitable explanation, which now seems tragically ironic, is that they truly believed they were help­ing the ex-Soviet Union make a meaningful transition to democracy and a free market economy.

'The American political establishment didn't want to hear about Russia's corruption,' says Jack Blum. 'They believe they're looking at nascent capitalism, and they are flat-ass crazy. A bunch of thugs run the country. They have stolen everything that isn't bolted down, moved it offshore, and then globalized their criminal business.'

It was only a matter of time before the Russian mob tried to buy its way into the American political system that has contributed to it so generously, if inadvertently. In New York, for instance, they almost succeeded. The invitations had been mailed, the menu prepared, and everything had been arranged down to the last detail for a $300 per couple, black-tie fund-raiser for then Governor Mario Cuomo on October 10, 1994, at Rasputin — the garish nightclub then owned by Monya Elson and the Zilber brothers. But on the eve of the event, the Cuomo campaign canceled. Officially, the explanation was a scheduling conflict; discreetly and quite unofficially, federal investigators had warned the Cuomo campaign that Rasputin was a bastion of the Rus­sian Mafiya.


A few months before the Cuomo fund-raiser occurred, there was a similar misjudgment, and one that represented a serious lapse in national security. Grigori Loutchansky, a Latvian-born convicted felon and president of the Austrian-based NORDEX, a multinational trading company, had been implicated in everything from major money laundering to smuggling nuclear components. House Speaker Newt Gingrich once said that U.S. government officials believed Loutchansky had shipped Scud missile warheads to Iraq from North Korea. The ubiquitous Loutchansky was also a former business associate of both Chernomyrdin and Semion Mogilevich, according to the CIA and other West­ern intelligence officials. Yet somehow this enormously wealthy underworld rogue was invited to a private Demo­cratic National Committee fund-raising dinner for Clinton in 1993. During coffee, Clinton turned to the mobster to ask a favor: would he pass a message along to the Ukrainian government requesting it to reduce its nuclear stockpile? Clinton then posed for a photograph with the grinning hood, which Loutchansky later liberally passed out among his cronies, greatly enhancing his stature among corrupt government officials and the criminal underworld. When the photo of the men shaking hands was eventually pub­lished in a Russian newspaper, the CIA analyzed it to see if it was a fake. When they discovered it was genuine, agency officials were aghast. 'Loutchansky had one thing in mind: legitimization,' a congressional investigator probing Russian organized crime explained. 'He wanted U.S. citizenship and he wanted to buy a U.S. bank.'

Door de westerse politici en pers werd algemeen aangenomen dat Poetin het wanbeleid van zijn voorganger Jeltsin onverkort zou voortzetten, aangezien de westerse elite de desastreuze hervormingen van de neoliberale shocktherapie als enige oplossing beschouwen voor Rusland en de rest van de wereld. Vandaar dat Geert Mak's Europa van 'Geen Jorwert zonder Brussel' en het Witte Huis bereid waren het geweld van zelfs neo-nazi's op 'Maidan' te steunen om de Oekraïense miljardair Petro Poroshenko als president van de Oekraïne aan de macht te helpen. Er bestaat vandaag de dag geen wezenlijk verschil tussen de onderwereld en de bovenwereld, beide zijn met zichtbare en onzichtbare draden met elkaar verbonden, en niemand kan met zekerheid vaststellen wie door wie betaald wordt. Ik zou ook werkelijk niet kunnen zeggen hoe corrupt Smeets, Hofland, Mak, Kijne, Krielaars zijn, om me te beperken tot deze kleinburgers in de journalistiek, maar dat ze niet te goeder trouw zijn staat als een paal boven water, zoals ik nu al geruime tijd met hun eigen teksten aantoon. Meer de volgende keer over de banden tussen de onder- en bovenwereld, de mainstream-media en de politiek. 


Maidan-Demonstranten




4 opmerkingen:

rebeldad zei

Geweldig leesstuk. Als altijd.

Ben zei

Deze knapen zijn 100% corrupt.

Groeten, Ben

AdR zei

De linker figuur op de laatste foto heeft "ja roesskij" op zijn campingsmoking staan, ik ben Rus. Als dit figuren van de zogenaamde Maidanrevolutie in Kiev zijn zouden het wel eens al even onfrisse tegendemonstranten kunnen zijn. Ook Russische nationalisten bedienen zich van hakenkruisen...

stan zei

dank je voor de informatie. ik heb de foto vervangen.